De bepaling van verhouding
 
[ 20·10·17 ]
 
1 In zinnen met een bepaling van verhouding wordt uitgedrukt dat er een verhouding bestaat tussen twee elementen waarvan het ene door de bepaling van verhouding wordt aangeduid en het andere in de rest van de zin staat. Voorbeeld:

(1) Naargelang Frits ouder werd, werd hij wijzer.

Hier staat 'de leeftijd van Frits' in een bepaalde verhouding ten opzichte van 'Frits' wijsheid'.
 
2 Een bepaling van verhouding kan door de volgende taalelementen uitgedrukt worden.

[a]  Voorzetselconstituenten;
     De voornaamste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen zijn:

met naar overeenkomstig volgens (al) naargelang van naarmate van in overeenstemming met in verhouding tot

Voorbeelden:

(2) Je moet ze rangschikken naar hun lengte.
(3) Met de jaren werd hij milder.
(4) In verhouding tot de modale werknemer ben ik rijk.



[b]  Bijzinnen van verhouding;
     Als voegwoorden zijn hier in gebruik:

naargelang naarmate hoe (...des te) en hoe (...hoe)

Voor de behandeling wordt verwezen naar . Enkele voorbeelden:

(5) Naarmate iemand meer weet, neemt zijn bescheidenheid toe.
(6) Hoe verder men komt, des te woester wordt het landschap.
(7) Hoe groter geest hoe groter beest.



 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina