|
[a]
Voorzetselconstituenten;
De voornaamste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen zijn:
met
naar
overeenkomstig
volgens
(al) naargelang van
naarmate van
in overeenstemming met
in verhouding tot
Voorbeelden:
|
(2)
|
Je moet ze rangschikken naar hun lengte.
|
|
(3)
|
Met de jaren werd hij milder.
|
|
(4)
|
In verhouding tot de modale werknemer ben ik rijk.
|
[b]
Bijzinnen van verhouding;
Als voegwoorden zijn hier in gebruik:
naargelang
naarmate
hoe (...des te) en hoe (...hoe)
Voor de behandeling wordt verwezen naar
. Enkele voorbeelden:
|
(5)
|
Naarmate iemand meer weet, neemt zijn bescheidenheid toe.
|
|
(6)
|
Hoe verder men komt, des te woester wordt het landschap.
|
|
(7)
|
Hoe groter geest hoe groter beest.
|
|