|
De werkwoorden beloven en dreigen worden
verbonden met een infinitief met te. Het getalsonderwerp van
deze werkwoorden is tevens het geïmpliceerd onderwerp van de infinitief.
Het al dan niet groepsvormend gebruik hangt samen met de betekenis. Een zin
als:
|
(1)
|
Zij belooft een goede verpleegster te worden.
|
kan twee betekenissen hebben: [a]'Zij draagt de
belofte in zich.../Het ziet ernaar uit dat zij...'; of:
[b]'Zij spreekt de belofte uit...'
Op overeenkomstige wijze kan ook zin (2):
|
(2)
|
Hij dreigde de gijzelaar neer te schieten.
|
twee betekenissen hebben: [a]'Het zag ernaar uit
dat hij.../Het gevaar dreigde dat hij...'; of:
[b]'Hij uitte het dreigement...'
In betekenis [a] zijn beloven en
dreigen verplicht groepsvormend:
|
(3a)
|
Haar moeder zegt dat ze een goede verpleegster belooft te worden.
|
|
(3b)
|
Haar moeder zegt dat ze belooft een goede verpleegster te
worden.
<<uitgesloten>>
|
|
(4a)
|
De politie maakte uit zijn gedrag op dat hij de gijzelaar dreigde
neer te schieten.
|
|
(4b)
|
De politie maakte uit zijn gedrag op dat hij dreigde de
gijzelaar neer te schieten.
<<uitgesloten>>
|
In betekenis [b] daarentegen zijn
beloven en dreigen in het algemeen niet
groepsvormend:
|
(5a)
|
Ik weet nog dat ze haar moeder een goede verpleegster beloofde te
worden.
<<uitgesloten>>
|
|
(5b)
|
Ik weet nog dat ze haar moeder beloofde een goede verpleegster
te worden.
|
|
(6a)
|
De politie hoorde hoe hij de gijzelaar dreigde neer te schieten.
<<uitgesloten>>
|
|
(6b)
|
De politie hoorde hoe hij dreigde de gijzelaar neer te
schieten.
|
In betekenis [a] worden beloven en
dreigen niet in voltooide tijden gebruikt. In betekenis
[b] kunnen bij niet-groepsvormend gebruik van
beloven en dreigen normaal voltooide tijden
gevormd worden, zie bijv. (8b) hieronder. Het werkwoord
beloven komt echter ook in betekenis [b
] wel eens groepsvormend voor. In voltooide tijden wordt dan toch
een voltooid deelwoord en geen vervangende infinitief gebruikt (dit gebruik
hebben we in
, [c ] quasi-groepsvormend genoemd). Voor
veel taalgebruikers zijn zowel de groepsvormende zin (7a) en
de quasi-groepsvormende zin (8a) als de niet-groepsvormende
zinnen (7b) en (8b) aanvaardbaar;
(8c) is in ieder geval uitgesloten:
|
(7a)
|
Ik heb hem nog een kans gegeven, omdat hij het geld beloofde aan te
zuiveren. (groepsvormend)
|
|
(7b)
|
Ik heb hem nog een kans gegeven, omdat hij beloofde het geld
aan te zuiveren. (niet-groepsvormend)
|
|
(8a)
|
Ik heb hem nog een kans gegeven, omdat hij het geld beloofd had aan
te zuiveren. (quasi-groepsvormend)
|
|
(8b)
|
Ik heb hem nog een kans gegeven, omdat hij beloofd had het geld
aan te zuiveren. (niet-groepsvormend)
|
|
(8c)
|
Ik heb hem nog een kans gegeven, omdat hij het geld had beloven
aan te zuiveren.
<<uitgesloten>>
|
|
|