Complementen binnen de bijwoordelijke constituent
 
[ 16·4 ]
 
Het bijwoord anders evenals de comparatiefvorm vaker kunnen een complement bij zich krijgen dat ingeleid wordt door het voegwoord dan (of als; zie hiervoor ) en een vergelijking uitdrukt (vergelijk ). Voorbeelden zijn:

(1) (Ze doen het) anders dan daarstraks.
(2) (Ik zie hem) vaker dan jou.

Bij bijwoorden die niet in een comparatiefvorm staan, kan het voorgeplaatste bijwoord zo of even gebruikt worden in combinatie met een door het voegwoord als ingeleid complement. Een dergelijke constituent omsluit dan de kern van de grotere bijwoordelijke constituent, bijv.:

(3) zo (vaak) als maar mogelijk is

Complementen ingeleid door een voegwoord hoeven niet steeds meteen op het kernwoord te volgen. Ze kunnen verderop in de zin staan (zie ), bijv.:

(4) (Ze bleken het) anders (te doen) dan daarstraks.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina