|
|
Inleiding
|
[ 14·7·1 ]
|
|
In sommige naamwoordelijke constituenten zijn er twee substantieven
aanwezig, waarbij niet duidelijk uit te maken is welk substantief de kern
is en welk de bepaling.
Traditioneel gaat men er doorgaans van uit dat het substantief dat het
meest rechts staat, het daaraan voorafgaande substantief nader bepaalt,
bijv. prins Karel (Karel is nabepaling bij
prins) of het eiland Amoras
(Amoras is nabepaling bij het eiland).
Het criterium van de weglaatbaarheid biedt hier geen uitkomst aangezien
vaak beide substantieven de syntactische functie van het geheel blijken te
kunnen overnemen (vergelijk
), uiteraard met inachtneming van de regels die gelden voor het gebruik van de lidwoorden.
(Voor het al dan niet optreden van lidwoorden bij combinaties van substantieven zoals
hier besproken, zie men meer bepaald
.) Een voorbeeld:
|
(1a)
|
De stad Antwerpen schijnt bijna failliet te zijn.
|
|
(1b)
|
- Antwerpen schijnt bijna failliet te zijn.
|
|
(1c)
|
De stad - schijnt bijna failliet te zijn.
|
Bij een neutrale accentuatie ligt het accent in constituenten met twee
substantieven op het tweede substantief. Deze accentstructuur kan
doorbroken worden door een contrastaccent, dat onder
meer kan voorkomen in correctiezinnen. In dergelijke gevallen kan op elk
element van een willekeurige constituent een extra accent komen te liggen,
vergelijk bijv.:
|
(2)
|
(Ik heb niet gezegd) koningín Juliana, (maar) prinsés Juliana.
|
|
(3)
|
(Het is niet) búrgemeester Deelder, (maar) náchtburgemeester Deelder.
|
Het is echter geenszins duidelijk of hierdoor ook de grammaticale structuur
van de constituent veranderd wordt.
Het vaststellen van de kern en de bepaling in een constituent lijkt vooral
een theoretische kwestie te zijn. In een boek als dit zou daar dan ook niet
dieper op ingegaan hoeven te worden, ware het niet dat met de onzekerheid
over de structuur van de constituent in sommige gevallen twijfel bij de
congruentie van de persoonsvorm en zo'n als onderwerp gebruikte
naamwoordelijke constituent gepaard gaat. Deze congruentieproblemen bij
constituenten die zowel een substantief in het enkelvoud als een meervoudig
substantief bevatten, komen aan de orde in
en 8.
Om praktische redenen behandelen we de diverse mogelijkheden om
substantieven met elkaar te combineren in aparte deelparagrafen. Naargelang
van de betekenisverhouding tussen beide substantieven onderscheiden we
hierbij globaal twee typen, benevens enkele resterende groepen. (Zie in dit
verband ook
.)
|
|
|
|