|
|
Bijwoorden met een toestandaanduidende betekenis
|
[ 12·2·2·2·iii·3 ]
|
|
De volgende elementen kunnen deel uitmaken van scheidbare werkwoorden met
als globale betekenis 'door de werking uitgedrukt in het tweede lid zijn,
komen of brengen in de toestand die het eerste lid aangeeft', bijv.
dooreengroeien ('door (groeien) dooreen zijn');
bijeenbinden ('door (binden) ervoor zorgen dat iets
bijeen is'). Het betreft de bijwoorden achterover,
omver, onderuit, voorover, benevens
aaneen, bijeen, dooreen,
ineen, opeen en uiteen. Ze worden in
de gegeven volgorde besproken. De genoemde procédés zijn allemaal
productief.
|
|
|
|