|
Met behulp van het bijwoord achterover kunnen werkwoorden
gevormd worden met de betekenis 'de werking genoemd in het werkwoordelijke
deel is naar achteren gericht'. Voorbeelden zijn:
achteroverhellen,
achteroverleunen;
achteroverslaan,
achterovertuimelen,
achterovervallen;
achteroverduwen,
achteroverschoppen.
.
|
|