|
|
vooruit-
|
[ 12·2·2·2·iii·2·h ]
|
|
Met behulp van het bijwoord vooruit kunnen werkwoorden gevormd
worden die betekenen 'door de werking die door het werkwoordelijk deel
genoemd wordt, naar voren brengen of komen'. Met werkwoorden die een
verplaatsing of een beweging uitdrukken, is dit procédé productief.
Gangbare vormingen zijn:
vooruitduwen,
vooruitkomen enz. Zo kunnen we ook vormen
vooruitsukkelen, zoals in:
|
(4)
|
Vermoeid, maar zonder de moed te verliezen, sukkelde hij
vooruit.
|
De volgende scheidbare werkwoorden met vooruit moeten
temporeel geïnterpreteerd worden: . Dit procédé is productief. Naast de
genoemde werkwoorden kan men ook vormen:
vooruiteten of
vooruitslapen, als in:
|
(5)
|
Er zijn mensen die voor hun nachtdienst alvast vooruitslapen.
|
|
|
|
|