onderuit-
 
[ 12·2·2·2·iii·3·c ]
 
Met het bijwoord onderuit kunnen werkwoorden gevormd worden die naar de betekenis verwant zijn met die met omver-. Voorbeelden van werkwoorden met onderuit- zijn:

onderuitduwen, onderuitgaan, onderuitglijden, onderuitzakken.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina