Voorzetsels in engere zin
 
[ 9·2·1 ]
 
Voorzetsels in engere zin noemen we die voorzetsels die vóór de constituent of de bijzin staan waar ze bij horen, bijv.:

(1) Hij klom door het raam naar buiten.
(2) Het menselijk lichaam bestaat hoofdzakelijk uit water.
(3) Ze bracht hem tot aan de voordeur.
(4) Zo'n lichte broek is ideaal voor als het mooi weer is.
(5) Ik ben het helemaal eens met wat je gezegd hebt.

Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina