|
[1]
Combinaties met de voorzetsels per,
qua en
te;
Deze voorzetsels worden nooit gevolgd door een lidwoord. Voor de
verschillende gebruikswijzen van te wordt verwezen naar
. Voorbeelden:
|
(6)
|
De brieven worden per luchtpost verzonden.
|
|
(7)
|
Die appels kosten een gulden per kilo.
|
|
(8)
|
Het is een groot geleerde, maar qua docent is hij niet veel
waard.
|
|
(9)
|
Geboren op 26 februari 1925 te Amsterdam.
|
Voor een geval als (7) vergelijke men ook
.
[2]
Combinaties met het voorzetsel zonder;
In constituenten die op grond van hun betekenis het lidwoord
een vereisen, wordt dit na zonder meestal
weggelaten. Voorbeelden (vergelijk ook (2a) en
(2b) hierboven):
|
(10a)
|
Hij gaat nooit weg zonder wandelstok.
|
|
(10b)
|
Hij gaat nooit weg zonder een wandelstok.
<<twijfelachtig>>
|
|
(11a)
|
Zonder bril ziet hij bijna niets.
|
|
(11b)
|
Zonder een bril ziet hij bijna niets.
<<twijfelachtig>>
|
|
(12)
|
Niets is erger dan een café zonder (een) kastelein.
|
[3]
Combinaties met de voorzetsels van en
tot;
Als een voorzetselconstituent met van en een met
tot gecombineerd worden om de volledige 'ruimte' tussen twee
uiteinden te benadrukken, wordt het lidwoord na de voorzetsels soms
weggelaten. Voorbeelden:
|
(13)
|
Van (de) Pyreneeën tot (de) Vogezen is geen druppel regen
gevallen.
|
|
(14)
|
Ik heb die marathonzitting van (het) begin tot (het) eind
bijgewoond.
|
|
(15)
|
Het voltallige personeel, van (de) directeur tot (de) portier,
werd aan de tand gevoeld.
|
In de vaste uitdrukking
van top tot teen is weglating van het lidwoord echter verplicht.
[4]
Parallelconstructies;
In parallelconstructies worden twee identieke substantieven zonder
lidwoord door middel van een voorzetsel met elkaar verbonden. Het gaat
hier meestal om vaste uitdrukkingen. Voorbeelden:
|
(16)
|
In oude tijden gold de wet: oog om oog, tand om tand.
|
|
(17)
|
Keer op keer heb ik ze hand in hand zien lopen.
|
|
(18)
|
Aflevering op aflevering verschijnen er bijdragen over dit
onderwerp.
|
[5]
Plaatsaanduidende verbindingen;
De meest voorkomende verbindingen zijn:
aan boord,
aan bakboord,
aan huis,
aan land,
aan stuurboord,
aan tafel,
aan wal,
aan zee,
bij huis,
bij school,
boven water,
boven dek,
in bad,
in bed,
in veilige haven,
in huis,
in (volle) zee,
in school,
naar bed,
naar college,
naar huis,
naar kantoor,
naar school,
naar zee,
onder water,
onder tafel,
op bed,
op kantoor,
op (kost)school,
op stal,
op straat,
op tafel,
op tv,
op weg,
op zak,
op zee,
uit school (komen),
uit bed,
van huis (weg),
voor anker
Regionaal komen nog andere verbindingen voor, bijv.:
op café (
met name in België
gebruikelijk),
naar kerk (wordt
met name in Noordoost-Nederland
gebruikt).
Veel van deze verbindingen zijn te beschouwen als vaste uitdrukkingen en
laten geen variatie toe. Soms komt echter naast een verbinding zonder
lidwoord ook een constructie met een lidwoord voor. In dezelfde situatie
kunnen naast elkaar bijv. gebruikt worden:
in bad/in het bad,
op tafel/op de tafel,
op tv/op de tv.
In sommige gevallen is het gebruik van een verbinding met of zonder
lidwoord afhankelijk van datgene wat er uitgedrukt moet worden. Zo zal men
van iemand die van beroep kantoorbediende is en naar haar werk is gegaan,
zeggen:
|
(19a)
|
Ze is naar kantoor.
|
maar van iemand die bijv. in een magazijn werkt, maar zich tijdelijk naar
een bepaald kantoor begeven heeft:
|
(19b)
|
Ze is naar het kantoor.
|
Soms is het betekenisverschil heel duidelijk:
|
(20)
|
Ze hebben lang naar woonruimte gezocht, maar nu zijn ze tenminste
onder dak, al slapen ze nog onder het dak.
|
Hier betekent
onder dak zijn: 'woonruimte hebben';
onder het dak: 'vlak onder het dak', 'op zolder'.
[6]
Andere verbindingen;
Van de niet-lokaliserende verbindingen kunnen er alleen ter illustratie
enkele genoemd worden:
behoudens koninklijke goedkeuring;
beneden nul,
beneden (alle) peil;
bij gelegenheid,
bij ongeval,
bij toeval,
bij tijden,
bij uitzondering;
boven nul;
buiten bereik;
in positie (zijn);
in geval van (brand, diefstal, storing, enz.);
met open mond;
naar wens,
naar keuze;
onder vrijgeleide,
onder invloed,
onder nul,
onder dak,
onder zeil;
op staande voet,
op gelijke voet,
op bevel,
op voorwaarde,
op slot,
op slag,
op verzoek,
op aanvraag,
op termijn,
op tijd,
op stap;
uit medelijden;
van beroep,
van huis uit;
volgens afspraak,
volgens plan
.
|