Het gebruik van welke
 
[ 5·8·5·3 ]
 
1 Het betrekkelijk voornaamwoord welke behoort tot formeel taalgebruik ; het heeft altijd een expliciet de-antecedent. Voorbeelden:

(1) De procedures welke bij zo'n gelegenheid gevolgd worden, zijn verouderd.   <formeel>
(2) Degenen welke ik een betrekking in het vooruitzicht gesteld heb, studeren psychologie.   <formeel>
(3) De klok welke ik u wil aanbieden, is honderd jaar oud.   <formeel>


 
2 In de bovenstaande zinnen fungeert welke respectievelijk als onderwerp, meewerkend en lijdend voorwerp. Welke treedt ook op in voorzetselconstituenten als het antecedent personen noemt:

(4) Personen tegen welke een proces is aangespannen, zijn uitgesloten van deelneming.   <formeel>
(5) De arbeiders namens welke ik dit schrijven tot u richt, worden met ontslag bedreigd.   <formeel>

Na voorzetsels die niet in aanmerking komen voor de vorming van voornaamwoordelijke bijwoorden, zoals krachtens, volgens, vanaf, enz. , kan welke ook voor zaken gebruikt worden. Voorbeelden:

(6) De bepaling volgens welke een werkloze recht op uitkering heeft, is gewijzigd.   <formeel>
(7) De april-wetten, krachtens welke de btw-tarieven verhoogd zullen worden, zijn nog niet goedgekeurd.   <formeel>

In de standaardtaal gebruikt men wie, die of een voornaamwoordelijk bijwoord. Alleen na voorzetsels als krachtens, volgens, vanaf, enz. is het gebruik van welke niet te vermijden, tenzij een ander voorzetsel (of een voorzetseluitdrukking) gebruikt wordt, bijv. in plaats van krachtens welke de voorzetseluitdrukking op grond waarvan.
     Ten slotte moet opgemerkt worden dat welke, in tegenstelling tot hetwelk , niet alleen in uitbreidende maar ook in beperkende bijzinnen voorkomt.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina