|
|
(-)zelfde
|
[ 5·6·8·2 ]
|
|
Het woord of woorddeel (-)zelfde kan gecombineerd worden met
de lidwoorden de, het en een en met
de aanwijzende voornaamwoorden deze, dit,
die en dat. Van deze combinaties worden
dezelfde en hetzelfde altijd,
ditzelfde, diezelfde en datzelfde
meestal, eenzelfde vaak en deze zelfde nooit
aaneengeschreven.
In alle gevallen moeten deze (combinaties van) woorden beschouwd worden als
eenheden waarvan de syntactische mogelijkheden geheel en de betekenis mede
bepaald worden door de lidwoorden en voornaamwoorden die er deel van
uitmaken.
Het element zelfde drukt gelijkheid uit, te verstaan als
'identiteit' of als 'gelijksoortigheid'. Zo kan hetzelfde
boek betekenen 'hetzelfde exemplaar van boek a'en
'boek a in tegenstelling tot boek b,
c, d enz.' In het eerste geval heeft
zelfde een
identificerende, in het tweede een
classificerende functie (zie voor
dit laatste de bespreking van zulke
). Vergelijk ook:
|
(1a)
|
Ze had dezelfde jurk aan als gisteren. (identificerend)
|
|
(1b)
|
Ze had dezelfde jurk aan als haar vriendin. (classificerend)
|
Van de bovenstaande combinaties is het tot
formeel
taalgebruik behorende eenzelfde (door het onbepaalde karakter
van een) altijd classificerend; de andere zijn altijd
identificerend als ze naar personen verwijzen, identificerend of
classificerend bij verwijzing naar niet-personen.
Eenzelfde kan gecombineerd worden met het bijwoord met
aanwijzende functie zo. Deze combinatie, die gespeld wordt als
zo'n zelfde, behoort tot informele
taal. Een voorbeeld is:
|
(2)
|
A: Wat voor cassette-recorder wil je hebben? B: Zo'n zelfde als
jij hebt.
<informeel>
|
Verwijst een van de hier bedoelde woorden of woordcombinaties naar meer dan
één persoon, wat alleen mogelijk is bij dezelfde, deze
zelfde en diezelfde en niet veel voorkomt, dan krijgt
(-)zelfde een meervouds-n, bijv.:
|
(3)
|
Diezelfden hebben we gisteren ook al gesproken.
|
Overigens is zelfde onveranderlijk. Enkele voorbeelden:
|
(4)
|
Eenzelfde maatregel als die van de Franse regering is in ons
land niet te verwachten.
<formeel>
|
|
(5)
|
Vorig jaar is precies hetzelfde gebeurd.
|
|
(6)
|
Hij had nog precies datzelfde lange haar dat in de jaren zestig
mode was.
|
|
(7)
|
Deze zelfde tafel kost nu duizend gulden.
|
|
(8)
|
Hebben zij wel ditzelfde apparaat gebruikt?
|
|
(9)
|
Rijk is op dezelfde school geweest als ik.
|
|
(10)
|
Wij hadden diezelfde gids als jullie.
|
In het laatste voorbeeld is alleen de identificerende interpretatie
mogelijk als met gids een persoon bedoeld is; wordt er een
boekje mee bedoeld, dan ligt de classificerende interpretatie meer voor de
hand.
Als versterkende identificerende constructies komen voor:
één en dezelfde en
één en hetzelfde.
Voorbeelden:
|
(11)
|
Eén en dezelfde stuurt hier altijd alles in de war.
|
|
(12)
|
Alle partijen hebben één en hetzelfde probleem.
|
|
|
|
|