Bijzonderheden over het gebruik van niet-zelfstandig deze/die - dit/dat
 
[ 5·6·3·2 ]
 
Aanwijzend voornaamwoord en lidwoord
Het aanwijzend voornaamwoord bij eigennamen in verkleinwoordvorm
Expressief die/dat

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina