|
|
De conjunctief (aanvoegende wijs)
|
[ 2·4·3 ]
|
1 |
De conjunctief kan ofwel een wens, een aansporing, een toegeving of een
gevoel van berusting uitdrukken, ofwel aangeven dat het om
niet-werkelijkheid gaat (zie voor deze modale functies ook
).
Wendingen waarin conjunctiefvormen voorkomen, behoren meestal tot
formeel
of tot
formeel-archaïsch taalgebruik
; ze hebben ook vaak het karakter van vaste uitdrukkingen (zie de
voorbeelden in 2 en volgende).
|
|
2 |
De conjunctief kan gebruikt worden om een wens uit te drukken, bijv.:
|
(1)
|
Leve de koningin!
|
|
(2)
|
Het ga je goed!
|
In religieus taalgebruik komt de conjunctief bijvoorbeeld in het Onzevader
voor:
|
(3)
|
Uw naam worde geheiligd.
|
|
(4)
|
Uw rijk kome.
|
|
(5)
|
Uw wil geschiede.
|
Deze wensende zinnen zijn te beschouwen als vaste uitdrukkingen. Hetzelfde
geldt voor bijv.:
|
·
het eedformulier:
|
(6)
|
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
|
·
de uitroep God zij dank, die het karakter van een
bijwoord kan krijgen (= 'gelukkig'), bijv. in:
|
(7)
|
Hij is God zij dank veilig aangekomen.
|
·
de verbinding dank zij, die het karakter heeft van een
voorzetsel (= 'door'), ter kenschetsing van een gelukkige
omstandigheid, bijv.:
|
(8)
|
Dank zij het voortdurende goede weer konden alle
openluchtvoorstellingen doorgaan.
|
·
de uitroepen:
|
(9)
|
God bewaar me!
|
|
(10)
|
God beter het. (ook gespeld: godbetert).
|
|
|
|
3 |
De conjunctief kan gebruikt worden ter uitdrukking van een aansporing, vaak
met het onderwerp men, bijv.:
|
(11)
|
Voor inlichtingen wende men zich tot het secretariaat.
<formeel>
|
|
(12)
|
(In een recept: ) Men neme ca. 800 gram schelvis of kabeljauw.
<formeel>
|
|
(13)
|
Men verzuime niet een bezoek te brengen aan de kloostergang
naast de kathedraal.
<formeel>
|
|
(14)
|
De lezer bedenke wel dat dit boek vijftig jaar geleden
geschreven is.
<formeel>
|
|
|
4 |
De conjunctief kan ook gebruikt worden voor een toegeving of een
uitdrukking van berusting. We treffen hem bijv. aan in de vaste
uitdrukkingen het koste wat het kost, hoe het ook
zij, het zij zo (kan een wens uitdrukken: 'ik
hoop dat het zo zal zijn', of een zich neerleggen bij de feiten: 'ik
aanvaard dat het zo is'). Voorbeelden:
|
(15)
|
We moeten ermee doorgaan, het koste wat het kost.
|
|
(16)
|
Hoe het ook zij, ze heeft er hard voor gewerkt.
|
|
(17)
|
Hij heeft alle kansen gehad, hij schijnt zelf niet te willen, het
zij zo.
|
|
|
5 |
De conjunctiefvorm van mogen kan in combinatie met een
infinitief de hierboven onder 2 en 4 genoemde
functies vervullen, soms naast de conjunctiefvormen van het werkwoord dat
in de infinitief staat (vergelijk (19) met (4)
en (21) met (16)). Voorbeelden:
|
(18)
|
Het moge je in je verdere leven goed gaan!
|
|
(19)
|
Moge Gods koninkrijk komen.
|
|
(20)
|
Moge jullie pad over rozen gaan.
|
|
(21)
|
Hoe het ook moge zijn, ze heeft er hard voor gewerkt.
|
|
(22)
|
Mogen allen dit horen.
<formeel>
|
|
(23)
|
Ze moge dan hard gewerkt hebben, het resultaat is er niet naar.
<formeel>
|
Het gebruik van moge(n) in (22) en
(23) heeft een
archaïsch
karakter. In de standaardtaal wordt in zin (23) de
indicatiefvorm mag gebruikt; zie
.
Verder wordt ik moge gebruikt in een omschrijvende functie,
die tot doel heeft iets met meer dan gewone beleefdheid te formuleren. Dit
formele gebruik heeft een archaïsch karakter
. Voorbeelden:
|
(24)
|
Ik moge u verzoeken mij op korte termijn van uw beslissing op
de hoogte te stellen.
<formeel>
|
|
(25)
|
Hiermede moge ik u berichten, dat wij uw brief van 25 dezer in
goede orde hebben ontvangen.
<formeel>
|
|
(26)
|
Ik moge de geachte afgevaardigde erop wijzen, dat hij mij
verkeerd heeft geciteerd.
<formeel>
|
|
|
6 |
De conjunctiefvorm ware (imperfectum van zijn)
wordt gebruikt om niet-werkelijkheid uit te drukken. Tot het
formeel-archaïsch taalgebruik
behoren zinnen als de onderstaande, waar in de standaardtaal zou
(...) zijn of was gebruikt zou worden in plaats van
ware:
|
(27)
|
Ware de hulp op tijd gekomen, dan was de ramp niet geschied.
<formeel>
|
|
(28)
|
Hij ware gekomen, als het niet door de vijand verhinderd was.
<formeel>
|
Als een vaste uitdrukking met
archaïsch
karakter is te beschouwen:
Ook de constructie 'als ware + onderwerp' zoals in zin
(30) is
archaïsch
:
|
(30)
|
De graaf sprak over de diefstal van honderd goudstukken als ware
het een kleinigheid.
|
Tot de standaardtaal behoort de versteende verbinding
als het ware, die het karakter van
een bijwoord heeft gekregen, bijv. in:
|
(31)
|
Ik liep hem als het ware tegen het lijf.
|
|
|
|
|