Mogen
 
[ 18·5·4·4·ii·d ]
 
1 Het eigenlijk-modale mogen kan een concessieve functie hebben; de spreker of schrijver geeft te kennen dat hij de inhoud van de zin waarin mogen voorkomt, toegeeft, maar dat daar iets anders tegenover staat. Meestal wordt dan toegevoegd.

(17) Hij mag dan intelligent zijn, ijverig is hij niet.
(18) Ze mag dan hard gewerkt hebben, de resultaten zijn er niet naar.

Opmerking 2


 
2a In conditionele bijzinnen wordt de imperfectumvorm mocht(en) gebruikt om expliciet aan te geven dat het volstrekt onzeker is of de genoemde, op zich mogelijke, gebeurtenis of toestand werkelijkheid is of zal worden. De meest voorkomende zinsvorm is die met mocht(en) aan het begin (als vóór-pv), maar ook een als -zin met mocht(en) als achter-pv is mogelijk. Voorbeelden:

(19) Mocht ik toch verhinderd zijn, dan stuur ik nog wel een bericht.
(20) Mocht u meer informatie wensen, dan kunt u bellen of schrijven naar onze afdeling 'Consumentenvoorlichting'.
(21a) Mocht je toevallig in de buurt zijn, kom dan gerust eens langs.
(21b) Als je toevallig in de buurt mocht zijn, kom dan gerust eens langs.

Een enkele keer is zo'n als-zin verplicht, met name na een voorzetsel; vergelijk:

(22a) We geven u alvast enkele tips voor mocht u naar Corsica met vakantie gaan.   <<uitgesloten>>
(22b) We geven u alvast enkel tips voor als u naar Corsica met vakantie mocht gaan.

In plaats van zinnen met mocht(en) kan altijd een gewone als-zin of een bijzin zonder voegwoord met een vóór-pv als eerste zinsdeel gebruikt worden, zie respectievelijk (23b) en (23c). (Het omgekeerde geldt overigens niet per se.)

(23a) Mocht ik ziek worden, zoek dan een vervanger.
(23b) Als ik ziek word, zoek dan een vervanger.
(23c) Word ik ziek, zoek dan een vervanger.

In tegenstelling tot een zin met mocht(en) kunnen de alternatieve constructies, althans die met een tegenwoordige tijd, zowel zekerheid als onzekerheid uitdrukken. In het eerste geval kunnen we dan met een bijzin van tijd te maken hebben, die trouwens vaak niet zonder meer van een conditionele bijzin te onderscheiden is. Vergelijk bijv. de volgende twee zinnen, waarvoor we aannemen dat 'Huib' een collega van de spreker is die dagelijks op zijn werkplek aanwezig is, en 'Teun' iemand die wel eens op bezoek komt. De spreker kan nu, als hij er de volgende dag niet zal zijn, 's avonds tegen een andere collega zowel (24a) als (25a) zeggen:

(24a) Als Huib morgenochtend komt, vraag dan of hij mij even thuis opbelt.
(25a) Als Teun morgenochtend komt, vraag dan of hij mij even thuis opbelt.

Hij kan echter, gegeven de geschetste situatie, niet (24b), maar wel (25b) zeggen:

(24b) Mocht Huib morgenochtend komen, vraag dan of hij mij even thuis opbelt.   <<uitgesloten>>
(25b) Mocht Teun morgenochtend komen, vraag dan of hij mij even thuis opbelt.

Zin (24a) is te beschouwen als een bijzin van tijd, (25a) als een bijzin van veronderstelling.
     Het gebruik van conditionele zinnen met mocht(en) is aan een aantal beperkingen onderworpen. Ten eerste moet de gebeurtenis of toestand die in de bijzin genoemd wordt, werkelijkheid kunnen zijn of worden. Betreft het echter een louter denkbeeldige, irreële gebeurtenis of toestand, zoals in de voorbeelden (26) en (27) - aan de geïmpliceerde situatie uit het verleden of aan de geïmpliceerde lichaamsgrootte valt immers niets meer te veranderen -, dan is een als-zin met zou(den) (zie zullen (f, 2 en verder)) of een andere imperfectumvorm of een bijzin met zo'n werkwoord als eerste zinsdeel verplicht:

(26a) Mocht het niet geregend hebben, dan zou de snelheid hoger gelegen hebben.   <<uitgesloten>>
(26b) Als het niet geregend had, dan zou de snelheid hoger gelegen hebben.
(26c) Had het niet geregend, dan zou de snelheid hoger gelegen hebben.
(27a) Mocht ik groter zijn, dan zou ik over de schouders heen kunnen kijken.   <<uitgesloten>>
(27b) Als ik groter zou zijn/was, dan zou ik over de schouders heen kunnen kijken.

Er moet tevens sprake zijn van een concrete mogelijkheid. Een meer theoretische mogelijkheid wordt door een als -zin uitgedrukt; vergelijk:

(28a) Mocht er brand ontstaan, bel dan meteen het alarmnummer.
(28b) Als er brand ontstaat, bel dan meteen het alarmnummer.

Zin (28a) past in een situatie waarin bepaalde werkzaamheden een reëel gevaar voor brand opleveren, zin (28b) daarentegen is als een algemeen geldende uitspraak te beschouwen.
     Verder moet het verband tussen bijzin en de rest van de zin (de rompzin) van dien aard zijn dat de rompzin een handeling noemt die verplicht, wenselijk, zinvol, nuttig etc. is als het in de bijzin gestelde zich daadwerkelijk voordoet. Als de bijzin aan de rompzin voorafgaat, dan bevat deze laatste in de regel het bijwoord dan (voor een uitzondering: zie , [4]). Opmerking 3

Een handeling zoals hier bedoeld kan ook geïmpliceerd zijn, zoals in (29):

(29) Mocht iemand een aanvraag willen indienen, dan zou ik die graag op 15 juni a.s. in mijn bezit hebben.

Geïmpliceerd is hier: 'zorg ervoor (dat ik...)'.
     Drukt de rompzin echter iets uit wat als een aannemelijk, logisch of onontkoombaar gevolg van een mogelijke gebeurtenis te beschouwen is, dan is een bijzin met mocht(en) niet of in ieder geval minder goed bruikbaar; vergelijk:

(30a) Mocht je van die ladder vallen, dan breek je je nek.   <<twijfelachtig>>
(30b) Als je van die ladder valt, breek je je nek.
(31a) Het zou veel mooier zijn, mochten ze in de zomer trouwen.   <<twijfelachtig>>
(31b) Het zou veel mooier zijn als ze in de zomer zouden trouwen.
(32a) Mocht het bestand niet nageleefd worden, dan zal de geloofwaardigheid van beide partijen opnieuw een zware klap krijgen.   <<twijfelachtig>>
(32b) Als het bestand niet nageleefd wordt, dan zal de geloofwaardigheid van beide partijen opnieuw een zware klap krijgen.
(33a) Mocht één van de grote planetoïden onze aarde treffen, dan zou deze in stukken vliegen.   <<twijfelachtig>>
(33b) Zou één van de grote planetoïden onze aarde treffen, dan zou deze in stukken vliegen.

Hiermee hangt samen dat in een bijzin die een noodzakelijke voorwaarde noemt, mocht(en) uitgesloten is:

(34a) Mocht hij in het vervolg zijn werk correct uitvoeren, dan wordt hij niet ontslagen.   <<uitgesloten>>
(34b) Als hij in het vervolg zijn werk correct uitvoert, wordt hij niet ontslagen.
(34c) Mits hij in het vervolg zijn werk correct uitvoert, wordt hij niet ontslagen.
(35a) Je mag naar de wintersport, mocht je geen onvoldoendes op je rapport hebben.   <<uitgesloten>>
(35b) Je mag naar de wintersport, als je geen onvoldoendes op je rapport hebt.
(35c) Je mag naar de wintersport, mits je geen onvoldoendes op je rapport hebt.

Uit het bovenstaande mag niet afgeleid worden dat exact aan te geven is welke zinnen wel en welke niet kunnen. Dat is zeker niet het geval. Ter vergelijking vermelden we hier dat een zin als (35a) in een andere context en met een andere interpretatie op zich heel wel aanvaardbaar is:

(35d) Mocht je met Kerst geen onvoldoendes op je rapport hebben, dan mag je naar de wintersport.

In deze zin is er veeleer sprake van een veronderstelling dan van een absolute voorwaarde. Verder lijkt in plaats van zin (31a) variant (31c), met de omgekeerde volgorde van romp- en bijzin, wel aanvaardbaar:

(31c) Mochten ze in de zomer trouwen, dan zou dat veel mooier zijn.

In geval van twijfel kan het beste één van de genoemde alternatieve constructies gebruikt worden.
 
2b Behalve in bijzinnen komt het conditionele mocht(en) een enkele keer ook voor in (zelfstandige) uitroepende zinnen zoals:

(36) Ze mochten eens op andere ideeën komen!

De betekenis van zulke zinnen is 'stel (je voor) dat...'. Dit gebruik van mocht(en) is vergelijkbaar met dat van moest(en) in combinatie met weten (zie boven bij moeten (b, 2)). Opmerking 4


 
3 Het eigenlijk-modale mocht(en) komt ook voor in een vaste combinatie met willen, in zinnen als de volgende:

(37) A: (Gaan jullie morgen mee?) B: Dat mocht je willen!
(38) Ze mocht willen dat ze zo mooi kon dansen als Margot Fonteyn.

De betekenis van de combinatie is 'het is best mogelijk dat je/ze dat wil', met als implicatie respectievelijk 'maar dat gebeurt niet' bij (37) en 'maar ze kan niet zo mooi dansen' bij (38). Zie ook iv.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina