|
|
Inleiding
|
[ 2·2·1 ]
|
|
De werkwoorden kunnen op verschillende manieren in soorten worden verdeeld.
In de volgende subparagrafen worden verschillende onderscheidingen gemaakt
die voor de behandeling van het werkwoord in de ANS van belang zijn. We
onderscheiden:
|
·
zelfstandige werkwoorden, koppelwerkwoorden en hulpwerkwoorden
;
·
overgankelijke (transitieve) en onovergankelijke (intransitieve)
werkwoorden
;
·
wederkerende (reflexieve) en niet-wederkerende (niet-reflexieve)
werkwoorden
;
·
persoonlijke en onpersoonlijke werkwoorden
.
|
|
|
|
|