Het gebruik van het imperfectum en het plusquamperfectum
 
[ 28·3·3·2·i ]
 
In een conditionele zin worden altijd imaginaire gebeurtenissen of toestanden beschreven. Het imperfectum drukt hierbij in verband met een niet of moeilijk te realiseren voorwaarde of veronderstelling, zoals in (1a), niet uit dat de werking voor het spreekmoment ligt, zoals bij de temporeel-aspectuele functies die deze werkwoordstijd heeft (zie ), maar wel dat de werking op het spreekmoment niet tot de realiteit behoort (irrealis).

(1a) Als ik jou was, deed ik het.

Omdat de in de als -zin uitgedrukte gelijkstelling van 'ik' en 'jij' onmogelijk is, is het principieel uitgesloten dat de beschreven werking realiteit is. Het presens kan dan ook niet worden gebruikt:

(1b) Als ik jou ben, doe ik het.   <<uitgesloten>>

In andere gevallen zijn zowel imperfectum als presens mogelijk. Vergelijk:

(2a) Als ze me aanboden om hier te komen werken, zei ik meteen ja.
(2b) Als ze me aanbieden om hier te komen werken, zeg ik meteen ja.

In (2a) geeft de spreker door het gebruik van het imperfectum aan dat het aanbod om hier te komen werken en zijn reactie daarop los gezien moeten worden van enig moment in verleden, heden of toekomst. Hij abstraheert van de tijd en geeft daarmee dus aan dat het hier niet om een beschrijving van de werkelijkheid gaat. In (2b) daarentegen stelt hij een en ander voor als een reële mogelijkheid in de toekomst (het presens heeft hier dus futurale betekenis; zie ).
     De voorwaarde of veronderstelling hoeft niet in een conditionele zin van de vorm als..., dan... uitgedrukt te zijn:

(3) Ik bleef graag nog een weekje langer, maar ik moet weer aan het werk.

De niet uitgedrukte voorwaarde kan hier bijv. geformuleerd worden als: 'Als ik nog vakantie had...'.
     Andere voorbeelden met het imperfectum in deze modale functie:

(4) Als ik geld had, ging ik op reis.
(5) Als hij niet zo ver weg woonde, kwam hij vast meteen naar je toe.
(6) Ik hoef er niet over te beslissen, maar ik gaf ze geen cent meer. (niet uitgedrukte voorwaarde: 'Als ik erover moest beslissen...')

Het plusquamperfectum kan dezelfde modale functie vervullen, maar drukt uit dat de niet-gerealiseerde werking (de al dan niet uitgedrukte voorwaarde of veronderstelling en de consequentie daarvan) vóór het spreekmoment ligt. Voorbeelden:

(7) Als ze me toen aangeboden hadden om hier te komen werken, had ik meteen ja gezegd.
(8) Ik was van de zomer graag nog een weekje langer gebleven, maar ik moest weer aan het werk.
(9) Als ik in mijn jeugd geld gehad had, had ik veel meer gereisd.
(10) Als hij toen niet zo ver weg gewoond had, was hij vast meteen naar je toe gekomen.
(11) Ik was toen geen penningmeester, maar ik had ze geen cent meer gegeven.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina