Andere combinaties
 
[ 21·3·6·4 ]
 
1 Enkele voorbeelden waarin een naamwoordelijk deel of een ander inherent verbonden element (zonder een infiniete werkwoordsvorm; vergelijk ) in combinatie met een nadere bepaling op de eerste zinsplaats voorkomt, zijn:

(1) Nieuw hierbij |was| het verschijnsel van de supranationale politiek.
(2) Het meest in het oog |sprongen| de demonstraties van twee groepen boeren uit het noorden van China.
(3) Gretig aftrek |vinden| aan het eind van de dag de posters en vooral de 'dankjewelletjes', een soort klikkertjes van blik.

In (1) vormt hierbij een nadere bepaling van nieuw, in (2) en (3) vormt het eerste element (respectievelijk het meest en gretig) een nadere bepaling bij het volgende element, zodat er telkens sprake is van een soort eenheid.
 
2 In geschreven (vooral literair) taalgebruik kan men op de eerste zinsplaats combinaties van diverse types aantreffen, zoals de volgende voorbeelden:

(4) (Maar) 's anderendaags, weer nuchter, weer op kantoor, lopend in de tredmolen van het dagelijks werk, |waren| ze weer vijanden.
(5) Later, als ambassadeur bij de VN, |voerde| hij besprekingen met de Chinezen.
(6) In de stallen als gezelschap voor de paarden |verbleef| nog een kleine aap.
(7) Alleen een hagedis, hier of daar, |slipte| voor hen weg.

Het gaat in deze voorbeelden om een combinatie van een bijwoordelijke bepaling met een bepaling van gesteldheid (in (4) van beide zelfs meer tegelijk) of een combinatie van een onderwerp als eerste zinsdeel met een bijwoordelijke bepaling (zie (7)). Sommige gevallen, zoals (5) en (6), vormen meer een eenheid dan andere (zie ook onder 3). In (7) vertoont de combinatie veel verwantschap met naamwoordelijke constituenten met een predikatieve nabepaling als deel (vergelijk de voorbeelden in ).
     Ook in zinnen als de volgende is een onderwerp met een bijwoordelijke bepaling gecombineerd:

(8a) Mars, in zijn artikel over oorzakelijke en andere voorwerpen, |gaat| deze kant uit.
(9a) Ook Cattell, in een analyse die overigens veel overeenkomst vertoont met de onze, |stelt| dat de acceptabiliteit van deze zin verklaard kan worden doordat de achtergebleven NP een 'separate argument' is geworden van het werkwoord.

Zulke gevallen worden wel als een anglicisme beschouwd en zijn daarom niet voor iedereen aanvaardbaar . Er hoeft evenwel geen bezwaar tegen gemaakt te worden. Wie zulke constructies toch wil vermijden kan als alternatieve volgorde kiezen:

(8b) In zijn artikel over oorzakelijke en andere voorwerpen, |gaat| Mars deze kant uit.
(9b) In een analyse die overigens veel overeenkomst vertoont met de onze, |stelt| ook Cattell dat (...)


 
3 Als er twee bepalingen op de eerste zinsplaats staan, kunnen deze in een aantal gevallen samen een algemeen tijdskader en/of een ruimtelijk kader scheppen, waarin het in de rest van de zin meegedeelde gesitueerd kan worden (vergelijk ). In voorbeeld (5) kan de bijwoordelijke bepaling als ambassadeur bij de VN opgevat worden als een nadere specificering van de tijdsaanduiding later. Een parafrasemogelijkheid is dan 'toen hij ambassadeur was bij de VN'. Vergelijkbare voorbeelden zijn voorts:

(10) Vijf jaar geleden, in Saoedi-Arabië, |heeft| hij z'n vrouw |leren kennen.|
(11) Morgen, aan de Zwarte Zee, |kun| je lekker |beginnen te luieren.|
(12) Straks, in de zomer, |loopt| in de duinen de temperatuur 's middags tot zo'n 30C op.

De elementen die samen op de eerste zinsplaats staan, kunnen respectievelijk omschreven worden als 'vijf jaar geleden, toen hij in Saoedi-Arabië verbleef', 'morgen, als je aan de Zwarte Zee bent' en 'straks, als het zomer is'. Op deze wijze kunnen de beide bepalingen in die gevallen telkens als een samenhangend geheel beschouwd worden.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina