Elementen met een kaderscheppende functie
 
[ 21·3·2·1·ii ]
 
1 Op de eerste zinsplaats komen ook vaak elementen voor die een (algemeen) kader scheppen waarbinnen het in de rest van de zin uitgedrukte gebeurt of gesitueerd moet worden.
     Voorbeelden van plaatsaanduidingen met een dergelijke kaderscheppende functie zijn:

(1) In de omgeving van Gent |vind| je heel wat bloemkwekers.
(2) Op de Filippijnen |is| het nu zomer.
(3) In een klein dorpje in de Kempen |heeft| jarenlang een reus gewoond.

Opmerking

Tijdsaanduidingen met een kaderscheppende functie kunnen een tijdstip aangeven, een volgorde in de tijd (voor, tijdens of na; bijv. met daarna, vervolgens, vóór die tijd, enz.) of een tijdsduur. Voorbeelden:

(4) Gisteravond laat |was| er een erg leuk programma op de televisie.
(5) Met Sinterklaas |krijgen| de kinderen snoepgoed.
(6) Toen ze dat zei |werd| hij heel boos.
(7) Een week geleden |is| Geer uit Groningen vertrokken. (Nu zit hij weer ijverig te typen.)
(8) De volgende dag |kwam| de fee terug.
(9) (Die werken verschenen tussen 1970 en 1978.) Na 1978 |heeft| hij niets meer gepubliceerd.
(10) Voor hij besefte wat er gebeurde |lag| hij tegen de vlakte.
(11) Gedurende de vergadering |is| Henk twee keer in slaap gevallen.
(12) Tussen de middag |bleef| de medewerker op het bureau.

Hierbij sluiten zich ook een aantal frequentie-aanduidingen aan. Het zijn doorgaans vage, heel algemene aanduidingen zoals vaak, soms, dikwijls, enz., maar ook specifieke aanduidingen kunnen de eerste zinsplaats bezetten. Voorbeelden hiervan zijn respectievelijk:

(13) Vaak |wist| ze 's avonds niet meer wie ze die dag zoal ontmoet had.
(14) Soms |liep| hij een eindje met ons mee.
(15) Drie keer per week |bezocht| Karel zijn zieke moeder.


 
2 Bijwoordelijke bepalingen zoals de hier bedoelde hoeven niet per se aan te sluiten bij iets wat al genoemd is in de context of bij een zekere situatie, maar ze kunnen dat wel doen. Zo kan zin (1) hierboven heel goed passen in een context waarin al over de omgeving van Gent gehandeld is. In zo'n geval kunnen natuurlijk ook allerlei andersoortige bijwoordelijke bepalingen de eerste zinsplaats bezetten, bijv. in de vorm van een voorzetselconstituent (vergelijk ):

(16) (Het publiek reageerde zeer enthousiast op de toespraak.) Onder een staande ovatie |verliet| de secretaris-generaal het spreekgestoelte.
(17) (Hij heeft altijd erg veel belangstelling gehad voor vrouwen.) Om een vrouw |heeft| hij z'n carrière afgebroken.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina