|
|
Voegwoorden van omstandigheid: zonder (dat); in
plaats van (dat), in plaats dat
|
[ 10·3·10 ]
|
|
Het woord
zonder en de uitdrukking
in plaats van kunnen beknopte bijzinnen met een infinitief met
te alsmede dat-zinnen inleiden die we
bijwoordelijke bijzinnen van omstandigheid noemen. In de woordgroep
in plaats van dat kan van weggelaten worden,
zodat de voegwoordelijke uitdrukking
in plaats dat ontstaat. Zowel in plaats van dat als
in plaats dat behoren tot informele taal. Voorbeelden:
|
(1a)
|
Zonder op of om te kijken liep hij door.
|
|
(1b)
|
Hij liep door zonder dat hij op of om keek.
|
|
(2)
|
In plaats van eerst te vertellen waar hij voor kwam, begon hij
meteen uit te varen.
|
|
(3)
|
In plaats (van) dat hij nou eerst eens rustig vertelde waar hij
voor kwam, begon hij meteen te schelden.
<informeel>
|
|
|
|
|