De bepaling van voorwaarde
 
[ 20·10·12 ]
 
1 De bepaling van voorwaarde geeft aan welke veronderstelling en/of voorwaarde geldt voor de realisering van de door het gezegde uitgedrukte werking. Overeenkomstig de in gegeven uitleg wordt 'voorwaarde' hier als overkoepelende term gebruikt voor veronderstelling en voorwaarde.
 
2 De bepaling van voorwaarde kan uitgedrukt worden door de volgende taalelementen.

[a]  Bijwoorden, zoals desnoods, desgewenst, eventueel;
     Voorbeelden:

(1) Desnoods ga ik te voet, maar ik ga erheen!
(2) Je kunt eventueel morgen al terecht, als je zo'n haast hebt.



[b]  Voorzetselconstituenten, vooral ingeleid door bij of in, de voorzetseluitdrukking in geval van, en de voorzetsels op of onder in combinatie met voorwaarde (op voorwaarde dat, onder deze voorwaarde);
     Voorbeelden:

(3) Bij gladheid moet je pompend remmen.
(4) In noodsituaties kunt u het alarmnummer draaien.
(5) In geval van brand de ramen en deuren gesloten houden.



[c]  Bijzinnen van voorwaarde (voorwaardelijke bijzinnen; conditionele bijzinnen);
     Deze worden ingeleid door een van de voegwoorden als, wanneer, indien, ingeval, zo, mits, tenzij, tenware, die niet allemaal tot de standaardtaal behoren. Voor de behandeling wordt verwezen naar . Enkele voorbeelden:

(6) Als je je ziek voelt, moet je niet meegaan.
(7) Je mag gerust meegaan, mits je weer helemaal beter bent.
(8) Je mag gerust meegaan, tenzij je ziek bent.



 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina