|
|
Voorwaardelijke voegwoorden: als, wanneer,
indien, ingeval, zo; mits,
tenzij, tenware
|
[ 10·3·8 ]
|
1 |
De in deze subparagraaf behandelde voegwoorden worden traditioneel
'voorwaardelijk' of 'conditioneel' genoemd. Er is ook iets voor te zeggen
om ze 'hypothetische voegwoorden' of 'voegwoorden van veronderstelling'
(eventueel: 'veronderstelling én voorwaarde') te noemen. De
betekeniscategorie 'voorwaarde' kan namelijk beschouwd worden als een
bijzonder geval van de categorie 'veronderstelling'. Een voorwaarde berust
altijd op een veronderstelling, maar een veronderstelling hoeft niet altijd
het karakter van een voorwaarde te krijgen. Vergelijk de als
-zinnen in (1) en (2):
|
(1)
|
(Ik weet niet hoe laat je vandaag klaar bent, maar) als je vanavond vóór
elf uur in Hoek van Holland bent, dan kun je morgenochtend al in Londen
zijn.
|
|
(2)
|
(Je wilt zo snel mogelijk per boot naar Londen?) Je kunt morgenochtend al
in Londen zijn, áls je maar vóór elf uur vanavond in Hoek van Holland bent.
|
In (1) zonder bijzondere klemtoon is er sprake van een
veronderstelling; als is te omschrijven met 'stel dat',
'aangenomen dat'. In (2) heeft het beklemtoonde
als de waarde van 'mits', 'op voorwaarde dat'; hier wordt een
(noodzakelijke) voorwaarde uitgedrukt.
Beklemtoning van het voegwoord gaat overigens niet altijd samen met
noodzakelijk-voorwaardelijke betekenis. Zo bijv. in (3), waar
ook bij beklemtoond als alleen sprake is van een
veronderstelling (het is niet vervangbaar door mits of
op voorwaarde dat):
|
(3)
|
Ik weet niet of Teun morgen komt, maar áls hij komt, vraag dan of hij mij
even wil opbellen.
|
Omdat men in gevallen als (1) en (3) wel
spreekt van een 'voldoende voorwaarde', onderscheiden van de in
(2) uitgedrukte 'noodzakelijke voorwaarde', is de term
'voorwaardelijk' ('conditioneel') bruikbaar voor de hele categorie van de
hier bedoelde voegwoorden.
(Vergelijk verder voor het verschil tussen conditionele en temporele zinnen
(met als en wanneer)
en
.
|
|
2 |
Van de voegwoorden
als,
wanneer,
indien,
ingeval,
zo,
mits,
tenzij en
tenware leiden mits, tenzij en
tenware alleen bijzinnen in die een noodzakelijke voorwaarde
uitdrukken; de andere zijn - afgezien van de hieronder te noemen
stilistische beperkingen - algemeen bruikbaar. Enkele voegwoorden komen ook
met beknopte bijzinnen of onvolledige zinnen voor (zie onder
4).
Het meest algemene voorwaardelijke voegwoord is als. De
voegwoorden mits en tenzij komen meer in
geschreven
dan in gesproken taal voor, terwijl wanneer,
indien, ingeval en zo beperkt zijn
tot formele taal. Het weinig voorkomende tenware is
regionaal
(in België) of
formeel-archaïsch
.
De voegwoorden tenzij en tenware hebben een
negatieve betekenis, die te omschrijven is als 'behalve als', 'of het moest
soms zijn dat'. Men noemt ze wel 'voegwoorden van
opschortende voorwaarde'. Voorbeelden:
|
(4)
|
Als je je ziek voelt, moet je thuis blijven.
|
|
(5)
|
Ik zal hiermee doorgaan, mits iedereen met deze werkverdeling
akkoord gaat.
|
|
(6)
|
Ik zal hiermee doorgaan, tenzij iemand bezwaren heeft tegen
deze werkverdeling.
|
|
(7)
|
Wanneer hij een zin als deze zou schrijven, zou daarin niets
van zijn visie worden vertolkt.
<formeel>
|
|
(8)
|
"Indien ik van mijn leven trouw, uit Wijnsberg neem ik vast een
vrouw".
<formeel>
|
|
(9)
|
Ingeval men u niet toelaat, kunt u zich op mij beroepen.
.
|
|
(10)
|
Men kan niet leren gedichten te schrijven, zo men geen dichter
is.
<formeel>
|
|
(11)
|
Het lijkt dat de jongeling op deze prent bezoek ontvangt van een
allegorisch personage, tenware het een persoon is die hem de
vrijheid brengt.
<formeel, regionaal>
|
|
|
3 |
Als bijzinnen die ingeleid worden door als,
wanneer of indien vóór de rompzin staan, dan kan
die rompzin beginnen met het bijwoord dan,
maar dit is niet verplicht. Dergelijke vooropgeplaatste bijzinnen zijn in
het algemeen te vervangen door zinnen zonder voegwoord met voor-pv en
inversie; bij die vervanging is dan aan het begin van de
rompzin in de standaardtaal wel verplicht (weglating behoort in dit geval
tot informeel taalgebruik). Vergelijk:
|
(12a)
|
Als je je ziek voelt, dan moet je thuis blijven.
|
|
(12b)
|
Als je je ziek voelt, moet je thuis blijven.
|
|
(12c)
|
Voel je je ziek, dan moet je thuis blijven.
|
|
(12d)
|
Voel je je ziek, moet je thuis blijven.
<informeel>
|
|
(13)
|
Hou je van biefstuk, braad je in boter.
<informeel>
|
Soms staat dan verderop in de rompzin, vooral als deze met een
imperatief begint, bijv.:
|
(14)
|
Vind je hem zo lastig, zeg er dan eens wat van.
|
In formele taal kan dan soms wegblijven; de rompzin heeft dan
geen inversie, bijv.:
|
(15)
|
Wil hij niet goedschiks meekomen, ik breng hem met geweld hierheen.
<formeel>
|
Zie voor dit zinstype
.
|
|
4 |
De voegwoorden indien, zo, mits en
tenzij kunnen in formele taal met beknopte bijzinnen of
onvolledige zinnen voorkomen. Voorbeelden:
|
(16)
|
Brieven kunnen, mits voldoende gefrankeerd, op de postkamer
worden afgegeven. (= mits de brieven voldoende gefrankeerd zijn)
<formeel>
|
|
(17)
|
In de wagen mogen geen eetwaren worden meegebracht, tenzij goed
verpakt. (= tenzij de eetwaren goed verpakt zijn)
<formeel>
|
|
(18)
|
Zoiets kan, zo ergens, alleen daar gebeuren. (= zo zoiets
ergens kan gebeuren)
<formeel>
|
|
(19)
|
Deze bladzijde kan, indien nodig, worden weggelaten. (= indien
het nodig is)
<formeel>
|
Een enkele keer komt een dergelijk voorbeeld zonder volledige bijzin als
een vaste uitdrukking ook in de standaardtaal voor:
|
(20)
|
Je kunt zo nodig hier slapen.
|
Opmerking 1
|
Als voegwoordelijke uitdrukkingen met voorwaardelijke functie komen bijv.
voor:
gesteld dat,
stel dat,
voor het geval dat,
op voorwaarde dat.
|
|
Opmerking 2
|
Regionaal
(in België) wordt mits ook als voorzetsel gebruikt:
|
(i)
|
De brieven kunnen mits voldoende frankering op de
postafdeling worden ingeleverd.
<regionaal>
|
|
|
Ook de voegwoorden of en al kunnen een
veronderstellende functie hebben. Omdat die gepaard gaat met toegevende
betekenis, worden deze voegwoorden niet hier behandeld
.
Zie voor zolang met voorwaardelijke betekenis
.
|
|
|
|