|
|
Een voorzetselconstituent
|
[ 20·1·3·3·7 ]
|
|
Een voorzetselconstituent als naamwoordelijk deel heeft meestal de waarde
van een adjectief, bijv. van belang =
belangrijk, in de zevende hemel =
gelukkig. Vervanging door een adjectivische constituent is
niet altijd mogelijk, met name niet bij de stofadjectieven (zie
, [1]). Voorbeelden:
|
(57)
|
Hij lijkt erg in de war.
|
|
(58)
|
Ze was in de zevende hemel.
|
|
(59)
|
Hij is over z'n toeren.
|
|
(60)
|
Uw gedrag is beneden alle peil.
|
|
(61)
|
Het is van groot belang dat de premier dit document op tijd in
handen krijgt.
|
|
(62)
|
Het huis is van steen.
|
Een andersoortig geval is:
|
(63)
|
We zijn tegen de uitbreiding van de luchthaven.
|
Een voorzetselconstituent bestaande uit van en een persoonlijk
voornaamwoord kan in de plaats komen van een zelfstandig gebruikt
bezittelijk voornaamwoord (vergelijk met (32) en
(33) en de Opmerking die daarop volgt), bijv.:
|
(64)
|
Die jas is van mij.
|
|
(65)
|
Het gebouw is van ons.
|
|
|
|
|