Betekeniscategorieën
 
[ 6·3·2·1 ]
 
Tot de subklasse van alleen attributief bruikbare adjectieven behoren de volgende relationele adjectieven:

[1]  stofadjectieven, bijv.:

de ijzeren kachel, plastic verpakkingen.


     In plaats van adjectieven zoals in (1a) en (2a) moet men omschrijvingen gebruiken zoals in (1b) en (2b):

(1a) De kachel is ijzeren.   <<uitgesloten>>
(1b) De kachel is van ijzer/uit ijzer gemaakt.
(2a) De verpakkingen zijn plastic.   <<uitgesloten>>
(2b) De verpakkingen zijn van plastic.



[2]  van eigennamen afgeleide adjectieven die de herkomst van iets uitdrukken, bijv.:

Bulgaarse wijnen, een Japanse nachtegaal, de Rijnlandse waaier.


     Als dergelijke adjectieven echter de betekenis hebben 'als van/in -', dan kunnen ze ook predicatief gebruikt worden, bijv.:

(3) Die manier van werken doet erg Amerikaans aan. (= 'als gebruikelijk in Amerika')
(4) Zijn stijl is nogal Vondeliaans. (= 'als van, in de trant van Vondel')

Die mogelijkheid bestaat ook als het adjectief de betekenis heeft 'tot een gebied behorend', zoals in:

(5) Pruisen was al sedert de middeleeuwen Duits. (= 'behorend tot Duitsland')

In de andere gevallen gebruikt men omschrijvingen, dus ook ter aanduiding van een nationaliteit. Niet gebruikelijk is dan ook:

(6a) Ben jij Nederlands?   <<twijfelachtig>>
(7a) Zijn ouders waren Pools.   <<twijfelachtig>>

Afgezien van omschrijvingen worden in plaats hiervan gewoonlijk substantieven gebruikt als:

(6b) Ben jij Nederlander/Nederlandse?
(7b) Zijn ouders waren Polen.

Afleidingen op -er van geografische namen zijn in alle gevallen alleen maar bijvoeglijk te gebruiken, bijv.:

de Soester apothekers, het Asser proces.



[3]  een aantal eigenschapswoorden die een typische eigenschap aangeven en omschreven kunnen worden met 'eigen aan' of 'behorend tot' , bijv.:

de vaderlandse bodem, de ouderlijke woning, de menselijke geest, de hoofdstedelijke vuilnisophaaldienst.


     In een andere betekenis is echter bijv. wel mogelijk:

(8) Ze waren erg menselijk behandeld ('humaan').



[4]  een aantal tijd, tijdsduur, plaats, richting of afstand aangevende adjectieven , bijv.:

de huidige premier, de vierdaagse werkweek, een voormalig parlementslid, het linkse huis.

Frequentieaanduidingen op -lijks kunnen zowel bijvoeglijk als bijwoordelijk gebruikt worden, maar niet als naamwoordelijk deel van het gezegde. Voorbeelden:

(9) Ze hebben recht op een maandelijkse uitkering.
(10) Ons mededelingsbulletin verschijnt maandelijks.
(11) Hij deed de wekelijkse was.
(12) De redactie komt wekelijks bijeen.

Vrijwel alleen als bijvoeglijke bepaling gebruikelijk, hoewel het gebruik als bijwoord in principe niet uitgesloten is, zijn bijv. halfjaarlijks of driejaarlijks zoals in:

(13) U kunt desgewenst betalen in halfjaarlijkse termijnen.
(14) Wie zou dit keer de driejaarlijkse staatsprijs voor letterkunde krijgen?



 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina