Telwoorden op -en
 
[ 14·5·3·10 ]
 
Een persoonlijk voornaamwoord van de eerste, de tweede of de derde persoon meervoud kan vergezeld gaan van een achtergeplaatst telwoord dat de toevoeging -en krijgt (zie ), bijv.:

(1) wij drieën
(2) jullie tweeën
(3) zij vijven

Ook beiden en allen komen in deze combinatie als nabepaling voor (vergelijk ), bijv.:

(4) (van) ons beiden
(5) zij allen

Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina