Types samenstellende afleiding
 
[ 12·4·4·2 ]
 
1 De beide volgende types kunnen productief genoemd worden; als substantivisch grondwoord treedt haast altijd een éénlettergrepig woord op:

·   [adjectief + substantief] + ig, bijv.:

dikbuikig, gelijkvormig, grootogig, hardhandig, kleingeestig, kleinschalig, laagohmig, langorig, loslippig, zwaarmoedig, zwakzinnig;



·   [telwoord + substantief] + ig, bijv.:

driestemmig, duizendkoppig, eenlettergrepig, eenzaadlobbig, meercellig, negendelig, tweestijlig, tweetalig, veelkleurig, vierhoekig.


Het achtervoegsel -ig heeft in deze gevallen (vergelijk ) als algemene betekenis: 'het door de combinatie van adjectief of telwoord en substantief genoemde hebbend'. In de omschrijving kan zowel een enkelvoudig als een meervoudig substantief optreden, bijv. respectievelijk hardhandig ('met harde hand') en geleedpotig ('gelede poten hebbend') of driewaardig ('met drie waarden', bijv. in driewaardige logica ).
     Bij het eerste type kunnen als groep speciaal vermeld worden de samenstellende afleidingen die een taal aanduiden, bijv. Duitstalig, Franstalig, Nederlandstalig . Tot het tweede type kunnen de adjectieven gerekend worden die een tijdsduur of een leeftijd aangeven, zoals achturig (in: een achturige werkdag ), zesendertigurig (in: de zesendertigurige werkweek ); driejarig (in: een driejarige hengst ), honderdjarig (in: het honderdjarige bestaan van de firma ), enzovoort.
     Wat de betekenis betreft sluit het volgende type zich bij de twee vorige aan:

·   [substantief + substantief] + ig;
     Behalve plantaardig rekenen we daartoe samenstellende afleidingen die een kleur aanduiden, met als één van de componenten een stofnaam of een kleurnaam, bijv.:

bronskleurig, bruinkleurig, crèmekleurig, goudkleurig, koffiekleurig, metaalkleurig, roomkleurig, saffraankleurig, vleeskleurig, zilverkleurig,

en samenstellende afleidingen die een vorm aanduiden, zoals:

boogvormig, cirkelvormig, handvormig, kevervormig, liervormig, nootvormig, peervormig, ribvormig, schermvormig, uivormig.

Deze twee groepen zijn productief. De betekenis is respectievelijk 'de kleur/de vorm hebbend van -'.

 
2 Een paar niet of nauwelijks productieve types samenstellende afleidingen zijn:

·   [voorzetselbijwoord + substantief] + s, bijv.:

bovengronds, naschools, ondermaats, vooroorlogs, voorhuwelijks.

De betekenis van dergelijke woorden kan omschreven worden als 'zich bevindend of gebeurend (boven de grond, na school, enz.)', bijv. buitenschoolse (opvang voor kinderen) . Hierbij sluiten zich ook gevallen aan als door-de-weeks, laag-bij-de-gronds.

    

·   [telwoord + substantief] + s, bijv.:

achtmaands, drieweeks, tweedaags, zesdaags.

De combinatie telwoord + substantief duidt een tijdsspanne aan. De op basis hiervan gevormde samenstellende afleidingen hebben als betekenis 'de genoemde tijdsspanne als duur hebbend', bijv. in: de achttiendaagse veldtocht , een tweeweekse reis (vooral in een geval als het laatste zijn omschrijvingen als een twee weken durende reis of een reis van twee weken echter gebruikelijker), of 'zoveel dagen/maanden oud', bijv. in: een tweedaags kalf , zesweekse biggen , een zevenmaands kindje ('een kindje dat in de zevende maand van de zwangerschap geboren is'). Zie ook .
     Voor gevallen als eenpersoons(kamer), drievlaks(vulling), zesbaks(konvooi) (in de duwvaart), 75-watts(lamp) en dergelijke zie bij het substantief .

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina