Bijwoord + substantief
 
[ 12·3·2·5 ]
 
1 Het bijwoord dat als eerste lid van de samenstelling fungeert, kan een zogenaamd echt bijwoord zijn, bijv. in samenzang of terugweg, maar in de meeste gevallen betreft het een voorzetselbijwoord (bijv. in omstreken, overhemd; toevlucht, afval, heenweg ). Voor de diverse betekenismogelijkheden van het eerste lid wordt men verwezen naar of naar een woordenboek. Bij wijze van illustratie van het procédé volgen hier een aantal voorbeelden met een lokale betekenis:

achterbuur, achterlicht, bovenraam, buitenhoes, ondergrond, overhemd, tussenschot, voordeur.

Opmerkelijk zijn de tijdsaanduidende samenstellingen zoals voorjaar, najaar, voormiddag, namiddag , waarin het voorzetselbijwoord het begin (of: eerste deel), respectievelijk het einde (of: laatste deel) van een periode noemt. Maar vooravond kan zowel het begin van een periode aanduiden (zie (1a)) als een moment vóór iets anders (zie (1b)):

(1a) Ik kom in de vooravond. ('begin van de avond')
(1b) Aan de vooravond van zijn promotie werd hij ziek. ('de avond voor zijn promotie')

In regionaal taalgebruik (met name in Belgisch Nederlands) en in formele taal kunnen ook voormiddag en namiddag de laatste betekenis hebben ('deel van de dag vóór respectievelijk na de middag'). Het woordaccent kan dan, in afwijking van de algemene regel, op het substantivische deel liggen.
 
2 Hieronder worden in alfabetische volgorde nog een aantal bijzondere (betekenis)categorieën opgesomd.
    

·   bij-, bijv.: bijbaantje, bijgebouw, bijproduct, bijvak, bijverschijnsel
     Met dezelfde betekenis (aanduiding van iets ondergeschikts) wordt ook wel het bijwoord neven- als eerste lid gebruikt, bijv. nevenactiviteiten, nevengebied, nevenoorzaak, nevenwerking Bij- en neven- zijn niet in alle gevallen verwisselbaar; regels daarvoor zijn niet te geven.

·   boven- in bovenmeester (vergelijk met opper- );

·   mede-, bijv. medebewoner, medegevangene, medepassagier
     De vorm met- komt alleen voor in metgezel(lin). De vorm mee- treedt op in woorden als meeëter, meeloper, die te beschouwen zijn als afleidingen van samengestelde werkwoorden . Een uitzondering is medewerker (van me(d)ewerken). Vergelijk verder met co- .

·   onder-, bijv. onderdirecteur, onderkoning, onderofficier, ondervoorzitter (vergelijk met vice- );

·   over-, bijv. overgewicht, overdruk, overreactie, overmacht (vergelijk met hyper- ); zie ook ;

·   tegen-, bijv. tegenaanval, tegenbericht, tegendemonstratie, tegenvoorbeeld, tegenvoorstel (vergelijk met anti- en contra- ).
Zie voor woorden met niet- als eerste lid , voor extra(-), quasi(-), bruto- en netto- .
 
3 Enkele complexe samenstellingen hebben een voorzetselconstituent als eerste lid, bijv. bovenwatervloot, buitenboordmotor, onderwatercamera, onderzeeboot . Dit type is niet productief.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina