|
Met behulp van de voorvoegsels anti- en contra-
worden substantieven gevormd die een negatieve houding tegenover of
gerichtheid tegen iets of iemand aangeven. Deze voorvoegsels kunnen zowel
met vreemde als met Nederlandse woorden verbonden worden.
Bij de afleidingen met anti- kunnen twee groepen onderscheiden
worden.
|
[1]
De eerste groep heeft het accent op het grondwoord. De betekenis van de
afleiding is 'gezindheid die gericht is tegen datgene wat het grondwoord
noemt' of 'een persoon met een negatieve gezindheid tegenover wat het
grondwoord noemt'. Zo betekent
antisemíet ' iemand die tegen semieten is'. Andere voorbeelden zijn:
antiklerikalisme,
antimilitarisme,
antipapisme;
anticommunist,
antidemocraat,
antifascist.
Vergelijkbare vormingen komen veelvuldig voor als deel van een
samenstelling van het type [[anti + x] + y], met de betekenis
'y gericht tegen x', bijv.:
antialcoholcampagne,
antiapartheidsbeweging,
anticonceptiepil,
antidiefstalslot,
antidrugsbeleid,
anti-Europapolitiek,
antimaffiarechter,
antiregeringsdemonstratie,
antiroosshampoo,
antistollingsmiddel,
antitankgeschut,
antiterreurbrigade,
antitrustwet.
Soms treedt daarbij verkorting op (waarbij het element y wordt weggelaten):
antiroest
antislip
antivries
. Voorbeelden met een werkwoordsstam als deel zijn
antiaanbaklaag,
antiblokkeersysteem,
antibraakmiddel,
antikraakwet
.
[2]
De tweede groep heeft het woordaccent op het voorvoegsel
anti-. De betekenis van de afleiding is 'het in het
grondwoord genoemde is gericht tegen iets anders van dezelfde orde'. Zo
betekent
ántistof ' stof die de werking van andere stoffen tegengaat' (met
andere woorden 'stof die anti is'). Andere voorbeelden zijn:
antideeltje,
antigeluid,
antilichaam,
antimaterie,
antikritiek,
antipassaat,
antivirus.
Woorden als
antibeweging en
antihouding ('beweging respectievelijk houding tegen iets') sluiten
zich hierbij aan.
|
Tot de eerste groep zijn ook gevallen als de volgende te rekenen, zij het
dat deze een extra betekeniselement hebben: ze duiden het tegendeel aan van
wat men gewoonlijk onder het in het grondwoord genoemde verstaat. Zo
betekent
ántikunst ' alternatieve kunst, gericht tegen of afstand nemend van
de gevestigde kunstopvattingen'. Op vergelijkbare wijze komen voor:
antidenken,
antiheld,
antifilm,
antihumor,
antipsychiatrie,
antiroman,
antitheater,
anti-utopie.
Soms komen de beide betekenisvarianten naast elkaar voor, bijv. bij
antipropaganda, dat zowel kan betekenen 'propaganda tegen door
anderen gevoerde propaganda' als 'propaganda met een (onbedoeld en
ongewenst) tegenovergesteld effect'. Een vergelijkbaar geval is
antireclame. Als positieve pendant van anti- uit de
eerste groep is soms pro- mogelijk, bijv.
pro-communisme,
pro-communist (respectievelijk 'gunstige gezindheid ten opzichte van
het communisme' en 'iemand die het communisme aanhangt, gunstig gezind is');
pro-Afrikabeleid,
pro-Amerikalobby ('beleid ten gunste van Afrika' enz.).
Opmerking 3
|
Al dan niet in twee woorden geschreven combinaties als
anti(-)roken/anti roken,
anti(-)school/anti school,
anti-Thatcher/anti Thatcher,
pro(-)vrouw/pro vrouw en
pro-Duitsland/pro Duitsland
, telkens met het accent op het grondwoord, kunnen gebruikt worden als
naamwoordelijk deel van het gezegde, bijv. in:
|
(i)
|
Vroeger rookte hij als een ketter, maar nu is hij fel
anti-roken/anti roken.
|
|
(ii)
|
De leden van die secte zijn principieel anti-school/anti
school.
|
|
(iii)
|
Een belangrijk deel van de partij bleek pro-Thatcher/pro
Thatcher te zijn.
|
|
(iv)
|
Het aanstellingsbeleid van de faculteit is pro-vrouw/pro vrouw.
|
In zulke gevallen hebben de afleidingen een waarde die vergelijkbaar is
met die van predicatief gebruikte adjectieven (vergelijk
). De genoemde combinaties kunnen overigens ook voorkomen als deel
van een samenstelling zoals hierboven bedoeld:
antirokenhouding,
pro-vrouwbeleid, enz.
|
|
Voorbeelden van afleidingen met contra- zijn:
contra(-)expertise,
contragewicht,
contra(-)indicatie,
contraprestatie,
contrareformatie,
contraremonstrant,
contrarevolutie,
contraspionage.
Het voorvoegsel is altijd beklemtoond. Naar de betekenis sluiten deze
woorden zich aan bij de afleidingen met anti- uit de tweede
groep.
Voor samenstellingen met tegen- als eerste lid die
vergelijkbaar zijn met de afleidingen met contra- (een enkele
keer met anti-) zie
.
|
|