scheidbaar
 
[ 12·2·2·2·ii·19·a ]
 
Het bijwoord over kan als eerste lid van scheidbare werkwoorden fungeren die in de volgende betekenisgroepen te onderscheiden zijn.

[1]  Over geeft aan het werkwoord een betekeniselement 'verplaatsing over een zekere afstand'. Het procédé is productief. Voorbeelden zijn:

overbrieven, overdrijven, overduwen, overgieten, overhevelen, overmaken, overseinen, overvaren, overzetten.

Op overeenkomstige wijze kan gevormd worden overdruppelen als in de zin:

(62) Hij wilde een klein beetje van het geneesmiddel overdruppelen in een klein flesje, zodat hij het mee kon nemen op reis.

Zie voor gevallen als het kanaal over (zwemmen) (zie ook ).

[2]  De samenkoppeling betekent: 'opnieuw de werking verrichten die door het werkwoordelijk deel genoemd wordt'. Dit procédé is productief. Gangbaar zijn bijvoorbeeld: overdoen en overlezen. Zo kan men ook vormen overstrijken als in de zin:

(63) (Die zakdoek is niet goed gestreken.) Wil je die nog eens overstrijken?



[3]  De werkwoorden met over kunnen een imiterende activiteit aanduiden ('door te - een tweede exemplaar van iets vervaardigen'). Deze groep is nauw verwant met de vorige. Voorbeelden zijn overschrijven, overtekenen evenals overtikken zoals in:

(64) Wil je dat staatje voor me overtikken? (Ik heb een kopie nodig en het kopieerapparaat is kapot.)



    
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina