|
|
onscheidbaar
|
[ 12·2·2·2·ii·19·b ]
|
|
De betekenis van niet-scheidbare werkwoorden die beginnen met
over is: 'de werking die door het werkwoordelijk deel genoemd
wordt, vindt in te grote mate plaats'. Het procédé is productief.
Voorbeelden zijn onder andere:
overhaasten,
overladen,
overvoederen,
overzouten
.
De vormingen gaan vaak vergezeld van een wederkerend voornaamwoord,
vergelijk:
zich overeten,
zich overrekken,
zich overwerken
, enzovoort. Vergelijk met vormingen met het voorvoegsel ver-
.
Opmerking 8
|
In deze betekenis komen ook werkwoorden voor met de klemtoon op het
eerste lid van de samenstelling. Toch is het niet duidelijk of deze
werkwoorden scheidbaar dan wel onscheidbaar zijn, te meer daar in heel
wat gevallen (vrijwel) uitsluitend de infinitief en/of het voltooid
deelwoord (c.q. adjectief) gebruikelijk zijn. Voorzover het voltooid
deelwoord met ge- gevormd wordt, lijkt de vorming ervan op
scheidbaarheid te wijzen. Als dan al een vervoegde werkwoordsvorm
gebruikt wordt, lijkt er daarentegen voorkeur te bestaan voor
onscheidbaarheid. Vergelijk bijv.:
overbejagen - overbejaagd;
overbelasten - overbelast;
overbelichten - overbelichtte (of belichtte
over) - overbelicht;
overcompenseren - overcompenseerde - overgecompenseerd;
overdisponeren - overgedisponeerd;
overfinancieren - overgefinancierd;
overgeneraliseren - overgegeneraliseerd;
oververhitten - oververhitte - oververhit;
oververtegenwoordigen - oververtegenwoordigd;
oververzekeren - oververzekerd;
overwaarderen - overwaardeerde (of: waardeerde
over)- overgewaardeerd
.
Alleen als deelwoord (c.q. adjectief):
overbevolkt,
overgecultiveerd. (Overigens komen heel wat substantieven op
-ing voor zonder dat een overeenkomstige infinitief
gebruikelijk is, bijv.
overbesteding,
overbevissing,
overbewoning. Vergelijk
.)
|
|
Niet tot de genoemde betekenisgroep behoren samengestelde werkwoorden als
overbluffen,
overdekken,
overdenken,
overgieten,
overgroeien,
overheersen,
overkijken,
overnachten,
overpeinzen,
overrijden,
overschrijden,
oversproeien,
overstromen,
overwoekeren en
overzien
, voor de betekenis waarvan we naar een woordenboek verwijzen.
|
|
|
|