|
|
Verbuiging van combinaties van adjectieven
|
[ 6·4·1·2·iv ]
|
1 |
Zijn twee of meer adjectieven voorbepaling bij hetzelfde kernwoord, dan
worden ze parallel verbogen overeenkomstig de hoofdregels
, bijv.:
een lekker rood appeltje,
een lange en magere jongen.
|
|
2 |
Bij een aantal bijzondere constructies, die als een eenheid opgevat kunnen
worden, doet zich de eigenaardigheid voor dat alleen het laatste adjectief
verbogen wordt. Het betreft constructies als
kant en klaar,
schots en scheef,
dubbel en dwars
, en aanduidingen van kleurencombinaties bijv.:
een kant en klare doe-het-zelf-installatie,
die groen en rode luiken,
mijn blond en grijze pruik,
een wit en blauwe zomerhemel.
Een dergelijke gezamenlijke buigingsuitgang treft men ook aan in
verbindingen als:
een zwart met bruine mantel,
een goud met rode zonsondergang.
Een bijzonderheid in het laatste voorbeeld is dat in plaats van (het
onverbuigbare) gouden het woord goud gebruikt is.
|
|
3 |
In copulatieve en verwante samenstellingen
wordt eveneens alleen het tweede adjectief verbogen, bijv.:
de Frans-Duitse oorlog,
een pedagogisch-didactische opleiding,
de financieel-economische politiek.
In gevallen als
het functioneel(-)semantische verschil,
een structureel(-)semantische studie en
de intern(-)Duitse politiek
kan de verklaring voor de wisseling onverbogen/verbogen gezocht worden in
de bijwoordelijke functie van het eerste adjectief (als nadere bepaling bij
het tweede). Hoewel ook in dergelijke verbindingen vaak een koppelteken
geschreven wordt, is dit niet nodig.
In zekere zin met de voorgaande voorbeelden vergelijkbaar zijn onder meer:
|
(1)
|
de katholiek godsdienstige uitzending
|
|
(2a)
|
het toegepast taalkundige onderzoek
|
|
(3)
|
de intern geneeskundige dienst
|
waarin men het gecursiveerde gedeelte kan opvatten als afleidingen van
respectievelijk de naamwoordelijke constituenten
katholieke godsdienst,
toegepaste taalkunde en
interne geneeskunde
(telkens met een verbogen adjectief!), welke groepen een min of meer vaste
eenheid vormen. Zo is er in (2a) en (3) sprake
van een bepaalde discipline. Is dit niet het geval en hebben we te maken
met een 'toevallige' verbinding van twee adjectieven, dan treedt gewoon
parallelle verbuiging op. Vergelijk met voorbeeld (2a)
hierboven:
|
(2b)
|
het (hier) toegepaste taalkundige model.
|
|
|
|
|