Wat + adjectivische constituent
 
[ 5·10·2·2 ]
 
Verbonden met een adjectivische constituent intensiveert wat de hoedanigheid uitgedrukt door het adjectief. Een dergelijk intensiverend effect kan ook bereikt worden door het gebruik van een bijwoord van graad als heel, erg. Vergelijk:

(1a) Wat mooi!
(1b) Heel mooi!
(2a) Wat leuk om te horen!
(2b) Erg leuk om te horen!

In formele taal kan in plaats van wat ook het bijwoord hoe gebruikt worden:

(1c) Hoe mooi!   <formeel>
(2c) Hoe leuk om te horen!   <formeel>

In volledige zinnen wordt de verbinding van wat met een adjectivische constituent meestal gesplitst (vergelijk . Het gebruik van hoe is bij splitsing niet mogelijk. Vergelijk (de (b) -zinnen zijn dus gewoner dan de (a) -zinnen):

(3a) Wat mooi vond ik dat!
(3b) Wat vond ik dat mooi!
(3c) Hoe vond ik dat mooi!   <<uitgesloten>>
(4a) Wat leuk om te horen was dat!
(4b) Wat was dat leuk om te horen!
(4c) Hoe was dat leuk om te horen!   <<uitgesloten>>

Het adjectief waarmee wat of hoe verbonden is, kan zelf van een (bijwoordelijke) voorbepaling vergezeld zijn , bijv.:

(5) Wat zien de huizen er hier typisch Hollands uit!
(6) Hoe oneindig klein en nietig lijkt heel het menselijk bedrijf!   <formeel>


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina