|
|
De vormen
|
[ 5·9·2·1 ]
|
|
Een overzicht van de in de ANS als collectiverend onbepaald
voornaamwoord behandelde vormen wordt gegeven in schema
5.18.
schema 5.18: De collectiverende onbepaalde
voornaamwoorden.
niet-zelfstandig |
zelfstandig |
determinerend |
predicatief |
ieder(e),
elk(e);
al/
alle |
ieder,
elk;
alle(n),
allemaal,
alles |
iedereen,
ieder,
eenieder,
elk,
elkeen;
alleman,
allen,
alles |
Niet in de schema opgenomen zijn de genitiefvormen ieders,
eenieders en aller
.
Opmerking
|
Het bepaalde hoofdtelwoord beide(n), met als nevenvorm
allebei, vertoont in verschillende opzichten verwantschap
met alle(n) en allemaal. Het wordt behandeld in
.
|
|
Voorafgaand aan de bespreking van het specifieke gebruik van de genoemde
vormen (zie
) wordt in de volgende subparagraaf nader ingegaan op de betekenis
ervan.
|
|
|
|