|
|
Buigingsvormen
|
[ 5·9·2·4 ]
|
1 |
De vormen ieders en eenieders (
archaïsch
) zijn genitiefvormen respectievelijk van de zelfstandige voornaamwoorden
ieder en eenieder. Ze worden gebruikt als
voorgeplaatste genitief bij een substantief, bijv.:
|
(1)
|
In ieders hart leeft het verlangen naar vrijheid.
|
Naast ieders wordt in informele taal de combinatie
ieder z'n gebruikt, bijv.:
|
(2)
|
Zoiets is niet in ieder z'n belang.
<informeel>
|
|
|
2 |
Buigingsvormen van alle zijn
allen en
aller; splitsing in 'al +
lidwoord'
is hier onmogelijk.
De vorm allen vinden we in enkele vaste verbindingen zoals
te allen tijde, in allen gevalle,
in allen dele.
De genitiefvorm aller komt voor in een enkele vaste (al dan
niet
archaïsche
) verbinding als:
|
(3)
|
Proletariërs aller landen verenigt u.
|
en verder in zinnen als:
|
(4)
|
Aller ogen waren op hem gericht.
<formeel>
|
Aller kan ook als een nabepaling bij de
persoonlijke voornaamwoorden ons,
u en hun optreden, bijv.:
|
(5)
|
Hij deed het met ons aller instemming.
<formeel>
|
|
(6)
|
Ons aller geweten komt daartegen in opstand.
<formeel>
|
|
(7)
|
Mag ik op u aller medewerking rekenen?
<formeel>
|
|
(8)
|
Ze vierden het feest van de heilige Hubertus, hun aller
schutspatroon.
<formeel>
|
Opmerking
|
Door ons en hun als bezittelijke
voornaamwoorden op te vatten, komt men er wel toe dit ook voor
u te doen en dus
in strijd met de regels
van de spraakkunst ten onrechte 'uw aller medewerking'te
spellen.
|
|
De vorm aller komt ten slotte voor in allerwegen.
(Vergelijk ook
.)
|
|
|
|