|
Afgezien van ons/onze
bestaat er geen vormovereenkomst tussen het bezittelijk voornaamwoord
en het substantief waarbij het determinator is. Het getal van de
voornaamwoorden van de eerste en de tweede persoon wordt bepaald door het
aantal personen waarnaar ze verwijzen. Vergelijk:
jouw schrift (= het schrift van de toegesprokene)
jouw schriften (= de schriften van de toegesprokene)
jullie schrift (= het schrift van de
toegesprokenen)
jullie schriften (= de schriften van de
toegesprokenen)
Het getal van de bezittelijke voornaamwoorden van de derde persoon wordt
bepaald door het getal van het antecedent. Bij een enkelvoudig antecedent
worden zijn (z' n) of haar ('r/d'r)
gebruikt; bij een meervoudig hun en 'r/d'r (ook
wel haar). Zie verder
.
Als het antecedent een verzamelnaam is kan er ook
buitentekstelijk worden verwezen naar de 'meervoudige' referent (dat wil
zeggen de leden van de verzameling in kwestie: een bestuur, delegatie,
bevolking, enz. bestaat uit meerdere personen), in plaats van
binnentekstelijk naar het enkelvoudige antecedent (het substantief
bestuur, delegatie, bevolking, enz.).
In zin (1) hieronder is dat niet het geval, omdat daar 'het
bestuur' als een eenheid wordt gevoeld, die een 'bestuursbesluit' neemt. In
zinnen als (2) t/m (5) heeft hun
echter duidelijk de voorkeur:
|
(1)
|
Het bestuur heeft zijn besluit genomen.
|
|
(2)
|
Het was niet zo leuk voor het bestuur, maar uw correspondent
zat te ver weg om hun gezichten te zien.
|
|
(3)
|
In Bonn is een delegatie van het Poolse parlement gearriveerd,
voor besprekingen met hun Duitse collega' s.
|
|
(4)
|
De bevolking kwam in opstand toen hun loon werd
gehalveerd.
|
|
(5)
|
Het prinselijk paar en hun kinderen brachten een
bezoek aan de dierentuin.
|
Het genus van de bezittelijke voornaamwoorden van de derde persoon wordt in
het algemeen bepaald door het genus van het antecedent. Als het antecedent
een levend wezen aanduidt, kan of moet het genus van het bezittelijk
voornaamwoord bepaald worden door het natuurlijk geslacht van de referent
).
|
(6)
|
De boom heeft nu zijn laatste blad verloren.
|
|
(7)
|
Het bestuur schrok van zijn eigen kordaatheid.
|
|
(8)
|
Je kunt wel verwachten dat de regering haar/z' n doel hoe dan
ook wil bereiken.
|
|
(9)
|
Janus houdt van zijn dochter.
|
|
(10)
|
Dat meisje speelt haast nooit met haar poppen.
|
|
(11)
|
De burgemeester is bevallen van een tweeling. Haar
toestand is uitstekend.
|
Zie voor meer bijzonderheden
.
Opmerking 1
|
Vooral in
geschreven taal
wordt vaak het bezittelijk voornaamwoord haar gebruikt om te
verwijzen naar verzamelnamen die het -woorden of mannelijke
de -woorden zijn. Voorbeelden:
|
(i)
|
Het bestuur heeft haar besluit genomen.
|
|
(ii)
|
Het instituut moet haar personeelsbestand inkrimpen.
|
|
(iii)
|
De raad zal haar advies binnenkort publiceren.
|
Deze manier van verwijzen wordt echter nog
niet algemeen als correct beschouwd
. Wie op dit punt geen problemen wil, kan dit gebruik daarom het beste
vermijden.
|
|
Opmerking 2
|
Aardrijkskundige namen die het-woorden zijn (namen van
steden en landen:
het Parijs van nu,
het België van voor de oorlog, enz.) krijgen in overeenstemming
met dat genus een verwijzing door middel van het bezittelijk
voornaamwoord zijn, dus:
Parijs en zijn boulevards,
België en zijn nieuwe regering.
In strijd met deze regel
wordt in zulke gevallen veelvuldig haar gebruikt.
|
|
|
|