Volgen (en afleidingen)
 
[ 2·3·2·8·iv·d·4 ]
 
In de letterlijke betekenis 'achter iemand aan gaan' gedraagt het (overgankelijke) werkwoord volgen zich als de (onovergankelijke) werkwoorden van beweging ; het kan dus met hebben en zijn vervoegd worden:

(64) Toen hij dat vroeg ben ik hem maar gevolgd.
(65) Ik ben hem tot de voordeur van zijn huis gevolgd.
(66) De politie heeft hem weken lang gevolgd.

In de figuurlijke betekenissen 'luisteren naar' en 'nadoen' wordt volgen altijd met hebben vervoegd:

(67) Jan had de spreker aandachtig gevolgd.
(68) Ze hebben het verkeerde voorbeeld gevolgd.
(69) Ik heb het nieuws de laatste tijd slecht gevolgd.

Opvolgen kan als het 'komen na iemand' betekent, zowel met hebben als met zijn vervoegd worden, maar het laatste komt vaker voor:

(70) Wie is/heeft Willem iii opgevolgd?

In de betekenis 'gevolg geven aan' wordt opvolgen echter alleen maar met hebben vervoegd:

(71) Je hebt mijn bevel niet opgevolgd.
(72) Ik heb zijn aanwijzingen nauwkeurig opgevolgd.

De overgankelijke werkwoorden achtervolgen, vervolgen en navolgen worden volgens de regel alleen met hebben vervoegd.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina