Bepalingen van modaliteit
 
[ 28·3·6 ]
 
Met de bepaling van modaliteit kunnen zowel verstandsmodaliteiten ((1) en (2)) als gevoelsmodaliteiten ((1) en (3)) tot uitdrukking worden gebracht.

(1) Hopelijk heeft zich niemand bezeerd.
(2) Hij heeft het vermoedelijk niet gedaan.
(3) Ongelukkigerwijs heeft hij bij het skiën zijn enkel verstuikt.

Voor voorbeelden met oordeelspartikels verwijzen we naar . Daar wordt ook besproken welke taalelementen verder als bepaling van modaliteit kunnen fungeren.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina