|
|
Weglating van het inleidende element en het gezegde
|
[ 27·5·3·3·ii·4 ]
|
|
Het naamwoordelijk gezegde wordt samen met het voegwoord weggelaten in de
volgende zinnen:
|
(23)
|
Zij beloofde me om's morgens bij het ontbijt lief te
zijn en (-) ook 's avonds bij het avondeten (-).
|
|
(24)
|
Ik vroeg of Mieke 's morgens bij het ontbijt lief geweest
was en (-) Jantje 's avonds bij het avondeten (-).
|
In de onderstaande zinnen wordt naast het voegwoord het werkwoordelijk
gezegde weggelaten.
|
(25)
|
Het stelsel zorgde ervoor dat de watervoorziening voor de rijke
particulieren het eerst uit zou vallen en (-) daarna pas de
leiding voor de theaters, de fonteinen enz. (-).
|
|
(26)
|
Wout vernam dat jij het varken hebt zien slachten en
(-) ik de kip (-).
|
|
(27)
|
Na met zijn vrienden brood gegeten te hebben en (-)
met zijn ouders kaviaar (-), besloot hij zijn levenswijze ingrijpend te
veranderen.
|
|
|
|
|