Samentrekking bij combinaties van afleidingen
 
[ 27·2·2 ]
 
Zoals uit de regels [3] en [5] in voortvloeit, is samentrekking op woordniveau moeilijk als de leden van de combinatie afleidingen zijn. Toch is deze samentrekking soms wel mogelijk. Vaste regels zijn hier niet te geven. Enkele achtervoegsels die - zij het niet altijd even gemakkelijk - samentrekking toelaten, zijn:

-achtig -baar -heid -ling -schap -waarts en -zaam

Voorbeelden:

(1) Is die substantie room- of geleiachtig?
(2) Die geleerde bestudeert nu gras- in plaats van cactusachtigen.
(3) Die erwtensoep is eerder eet- dan drinkbaar.
(4) Het vliegtuig is nu behalve hoor- ook zichtbaar geworden.
(5) De psychiater bespeurde bij hem zowel lui- als domheid.
(6) Kun je in dit geval lui- van domheid onderscheiden?
(7) Er worden tegenwoordig zelfs wel zes- tot zevenlingen geboren.
(8) Ze bracht behalve een twee- ook een drieling ter wereld.
(9a) Jan kent vriend- naast vijandschappen.
(9b) Jan kent naast vijand- ook vriendschappen.
(10) Hij combineerde het voorzitter- met het penningmeesterschap.
(11a) De padvinders trokken noord- in plaats van zuidwaarts.
(11b) De padvinders trokken in plaats van noord- zuidwaarts.
(12) Ga je liever huis- dan stadwaarts?
(13) Hij is altijd waak- en werkzaam.
(14) ' Werk-' en 'arbeidzaam' kun je niet door elkaar gebruiken.

Wanneer de leden afleidingen zijn van samenstellingen, dan hebben ze dezelfde samentrekkingsmogelijkheden als die samenstellingen (zie ). Vergelijk:

(15) binnen- en buitenland
(16) binnen- en buitenlands.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina