|
(1)
|
Is die substantie room- of geleiachtig?
|
|
(2)
|
Die geleerde bestudeert nu gras- in plaats van cactusachtigen.
|
|
(3)
|
Die erwtensoep is eerder eet- dan drinkbaar.
|
|
(4)
|
Het vliegtuig is nu behalve hoor- ook zichtbaar geworden.
|
|
(5)
|
De psychiater bespeurde bij hem zowel lui- als domheid.
|
|
(6)
|
Kun je in dit geval lui- van domheid onderscheiden?
|
|
(7)
|
Er worden tegenwoordig zelfs wel zes- tot zevenlingen geboren.
|
|
(8)
|
Ze bracht behalve een twee- ook een drieling ter wereld.
|
|
(9a)
|
Jan kent vriend- naast vijandschappen.
|
|
(9b)
|
Jan kent naast vijand- ook vriendschappen.
|
|
(10)
|
Hij combineerde het voorzitter- met het penningmeesterschap.
|
|
(11a)
|
De padvinders trokken noord- in plaats van zuidwaarts.
|
|
(11b)
|
De padvinders trokken in plaats van noord- zuidwaarts.
|
|
(12)
|
Ga je liever huis- dan stadwaarts?
|
|
(13)
|
Hij is altijd waak- en werkzaam.
|
|
(14)
|
' Werk-' en 'arbeidzaam' kun je niet door elkaar gebruiken.
|