Betekenis
 
[ 26·7·2 ]
 
Naar de betekenis kunnen zes types van zinnen met balansschikking onderscheiden worden.

[1]  In een eerste betekenistype wordt iets uitgedrukt wat algemene geldigheid heeft. Voorbeelden:

(1) Er is geen mens of hij moet sterven.

(= 'Er is geen mens die niet moet sterven.')

(2) Ik kon geen woord zeggen of Louise begon te lachen.

(= 'Als ik ook maar een woord zei, begon Louise te lachen.')

(3) We spraken niemand of hij was zeer ingenomen met het plan.

(= 'Iedereen die we spraken was zeer ingenomen met het plan.')

(4) Je kunt tegenwoordig nergens meer komen of je hoort achtergrondmuziek.

(= 'Waar je tegenwoordig ook komt(, ) hoor je/je hoort achtergrondmuziek.')

[2]  Een tweede type is dat waarbij in de voorzin wordt uitgedrukt dat een bepaalde graad van iets niet wordt bereikt, wat resulteert in de situatie die in de of -zin wordt genoemd. Voorbeelden:

(5) Hij is niet zo dom of hij weet het.

(= 'Hij is niet zo dom dat hij het niet weet.')

(6) Zoveel heeft hij niet te doen of hij kan nog wel wat schrijfwerk voor zijn rekening nemen.

(= 'Wat hij allemaal te doen heeft, is geen belemmering voor hem om nog wat schrijfwerk voor zijn rekening te kunnen nemen.')

[3]  Bij een derde type volgt de in de of-zin uitgedrukte situatie onmiddellijk op die van de voorzin. Voorbeelden:

(7) Nauwelijks waren we thuis of het begon hard te regenen.

(= 'Direct na onze thuiskomst begon het hard te regenen.')

(8) Nog maar net had ik dit gezegd of hij stond op en ging weg.

(= 'Nog maar net had ik dit gezegd toen hij opstond en wegging.')

[4]  In andere gevallen volgt de in de of-zin uitgedrukte situatie onmiddellijk op een situatie die moet blijken uit context en/of situatie. Voorbeeld:

(9) (We waren in de tuin gaan zitten.) Het duurde niet lang of het begon hard te regenen.

(= 'Al gauw begon het hard te regenen.')

[5]  In een vijfde type heeft de voorzin ten opzichte van de of -zin de betekenis van 'bijna' of 'net niet'. Voorbeelden:

(10) Het scheelde geen haar of hij was verdronken.

(= 'Op een haar na was hij verdronken.')

(11) Er ontbrak weinig aan of we hadden de meerderheid.

(= 'Er ontbrak weinig aan dat we de meerderheid hadden.')

[6]  In het zesde hier onderscheiden type heeft de voorzin ten opzichte van de of-zin de betekenis van 'zeker', 'ongetwijfeld', 'noodzakelijkerwijs' en dergelijke. Voorbeelden:

(12) Het kan niet missen of hij wordt voorzitter.

(= 'Hij wordt beslist voorzitter.')

(13) We wisten niet beter of ze was als eerste aangekomen.

(= 'Voorzover we wisten was ze als eerste aangekomen.')

(14) Ik twijfel er niet aan of Gerard komt morgen.

(= 'Ik twijfel niet aan Gerards komst morgen.')

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina