|
|
Inleiding
|
[ 26·7·1 ]
|
|
Het is enigszins willekeurig om de constructie die 'balansschikking'
genoemd wordt, tot de bijzondere vormen van nevenschikking te
rekenen. Een formeel argument is, dat de of-zin die erin
voorkomt, voor-pv heeft, zodat of als een nevenschikkend
voegwoord beschouwd kan worden. Daar staat echter tegenover dat het bij
balansschikking niet gaat om twee uitingen met een hoge graad van
zelfstandigheid, zoals bij nevenschikking, maar om één uiting. Anders dan
bij de onderschikking is die ene uiting dan weer niet een samengestelde zin,
waarin een bijzin de functie van bijwoordelijke bepaling in de hoofdzin
vervult. Van twee zinnen in balansschikking kan meestal zowel de voorzin
als de of-zin omschreven worden als een bepaling (in de vorm
van een bijzin of een constituent). Vergelijk:
|
(1a)
|
Je kunt tegenwoordig nergens meer komen of je hoort achtergrondmuziek.
|
|
(1b)
|
Waar je tegenwoordig ook komt(, ) hoor je/je hoort achtergrondmuziek.
|
|
(1c)
|
Je kunt tegenwoordig nergens meer komen waar je geen achtergrondmuziek
hoort.
|
|
(2a)
|
Ik twijfel er niet aan of Gerard komt morgen.
|
|
(2b)
|
Ongetwijfeld komt Gerard morgen.
|
|
(2c)
|
Ik twijfel niet aan Gerards komst morgen.
|
Van de zinnen in balansschikking (kortweg: de balansschikking) in
(1a) is in (1b) de voorzin in een bijzin
veranderd, in (1c) de of-zin; van
(2a) is in (2b) de voorzin, in
(2c) de of-zin omschreven met een constituent.
Verder heeft de balansschikking speciale betekenis- en vormkenmerken, die
in
en
besproken worden. In
worden zes types onderscheiden. Van elk type wordt een algemene
betekenisomschrijving gegeven, gevolgd door een of meer voorbeelden (na
deze voorbeelden wordt ter verduidelijking telkens een zin gegeven die
dezelfde betekenis heeft als de balansschikking, maar daar syntactisch van
verschilt; daarbij is gestreefd naar een gevarieerde parafrasering). In
worden de algemene vormkenmerken van de balansschikking vermeld en
enkele beperkingen op sommige in
onderscheiden types.
|
|
|
|