|
|
Nevenschikking van constituenten
|
[ 26·5·2·1 ]
|
|
Nevenschikking van twee of meer constituenten door dus is - in
tegenstelling tot de situatie bij want (zie
) - niet uitzonderlijk. Voorbeelden:
|
(1)
|
Hij werkt uiterst nauwkeurig, dus langzaam.
|
|
(2)
|
Dit zijn dure, dus goede, dus bij de receptiegangers zeer
geliefde sigaren.
|
|
(3)
|
Hij woont in de Leidsestraat, dus midden in de stad, dus niet bepaald
rustig.
|
|
|
|
|