|
|
Nevenschikking van constituenten
|
[ 26·4·2·1 ]
|
|
Slechts bij uitzondering kunnen (ten hoogste twee) constituenten door
want worden verbonden. Deze nevenschikkingen zijn
niet voor iedereen aanvaardbaar
; er is echter geen bezwaar tegen. Het gaat vooral om adjectieven, bijv.:
|
(1)
|
Hij rookt goede want dure sigaren.
|
|
(2)
|
Dit is minder bekend, want minder algemeen.
|
|
(3)
|
Hij werkt langzaam, want uiterst nauwkeurig.
|
In deze nevenschikkingen wordt de toekenning van een bepaalde eigenschap
gemotiveerd op grond van een andere eigenschap.
|
|
|
|