Commentariërende aaneenschakeling
 
[ 26·1·1·2 ]
 
In de gecursiveerde delen van de onderstaande zinnen wordt een commentaar gegeven op wat voorafgaat. Dit aanvullende commentaar kan ook een specificering of een correctie zijn, bijv. - in de voorbeelden van dit type zijn hier en verderop alleen de 'commentariërende' leden van de nevenschikking gecursiveerd -:

(1) Een grote man - en het was nog wel een kolonel - kwam de trap opgestormd.
(2) Ik heb een hond - en nog wel een chow-chow - doodgereden.
(3) Ik heb een hond - en geen kat - doodgereden.
(4) Toen kwam de filmster - en ik vond haar adembenemend mooi - onder luid applaus de arena binnen.

Het lid dat op en volgt, heeft vaak het karakter van een tussenzin en wordt daarom in geschreven taal meestal door gedachtenstreepjes van de rest gescheiden, in gesproken taal door een pauze.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina