|
|
Congruentie onderwerp - persoonsvorm
|
[ 25·12·2·2·4 ]
|
|
Nevenschikkingen met evenmin-als of zomin-als die
enkelvoudige leden hebben, worden in onderwerpsfunctie verbonden met een
enkelvoudige persoonsvorm. Voorbeelden:
|
(10)
|
Evenmin een zaklantaarn als een lucifer was er te vinden.
|
|
(11)
|
Er is evenmin een man als een vrouw aan de deur geweest.
|
|
(12)
|
Wim evenmin als Pieter is een schurk.
|
Opmerking
|
Het woord evenmin en de woordcombinatie net
zomin kunnen ook als bijwoordelijke constituent voorkomen.
Gecombineerd met een bijwoordelijke bepaling met als levert
dit soms constructies op die gebruikelijker zijn dan die met de
reeksvormer evenmin-als. Vergelijk met de voorbeelden
hierboven:
|
(i)
|
Een zaklantaarn was er evenmin te vinden als een
lucifer.
|
|
(ii)
|
Een man is er evenmin aan de deur geweest als een
vrouw.
|
|
(iii)
|
Wim is net zomin een schurk als Pieter.
|
|
|
|
|
|
|