Nevenschikking van zinnen
 
[ 25·12·2·3 ]
 
Nevenschikking van zinnen met evenmin-als of zomin-als is mogelijk onder dezelfde voorwaarden als met zowel-als (zie ). Enkele voorbeelden:

(1a) Jan zal evenmin de rozen snoeien als de tulpen planten.
(1b) Jan zal evenmin de rozen snoeien als dat hij de tulpen zal planten.
(2) Hij doet evenmin de boodschappen als dat hij de boel opruimt.
(3) (Ik vraag hem) evenmin wanneer hij terug denkt te komen als of hij dan hetzelfde werk wil doen.
(4) Jan, die evenmin de rozen snoeide als (dat hij) de tulpen plantte, was als tuinman geen succes.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina