Betekenis en gebruik
 
[ 25·7·1 ]
 
1 De reeksvormer en-en schakelt de leden op dezelfde manier aan elkaar als het voegwoord en in een gewone conjunctie (zie ), maar legt meer nadruk op de afzonderlijke leden. Voorbeelden:

(1) Ze leven én in het water én op het land.
(2) En haar familieleden én haar collega's én haar buren waren op de receptie.
(3) De verloofde van Pierre is én lieftallig én schatrijk.


 
2 Nevenschikkingen met en-en zijn altijd distributief. De reeksvormer kan niet gebruikt worden in collectieve nevenschikkingen (4), maar evenmin in distributieve die al expliciet als zodanig gekenmerkt zijn (5):

(4a) Die bank en die luie stoel vormen een stel.
(4b) En die bank én die luie stoel vormen een stel.   <<uitgesloten>>
(5a) Jos en Hilde houden van elkaar.
(5b) En Jos én Hilde houden van elkaar.   <<uitgesloten>>

De reeksvormer kan dus niet gebruikt worden in verdelende aaneenschakelingen (zie ) (en evenmin in intensiverende aaneenschakelingen: zie ). Vergelijk:

(6a) Soms is hij aardig en soms doet hij sjagrijnig.
(6b) En soms is hij aardig én soms doet hij sjagrijnig.   <<uitgesloten>>


 
3 De reeksvormer kan het voegwoord evenmin vervangen in vaste combinaties, bijv.:

(7) én schering én inslag   <<uitgesloten>>
(8) én open én bloot   <<uitgesloten>>


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina