Betekenis en gebruik
 
[ 25·5·1 ]
 
1 Nevenschikkingen met het voegwoord ofwel en met de voegwoordelijke uitdrukking dan wel (die tot het formele taalgebruik behoort) zijn vrijwel altijd exclusieve disjuncties. Daarnaast kan ofwel de waarde van het verklarende of (zie ) hebben. Voorbeelden:

(1) Je kunt niet overal tegelijk heen: we gaan naar Frankrijk ofwel naar Spanje.
(2) Is uw oudste dan wel uw jongste broer executeur-testamentair?   <formeel>
(3) We noemen dit het decimale ofwel tientallige stelsel.

In vaste combinaties kan of nauwelijks of niet door ofwel vervangen worden:

(4) Het was kiezen ofwel delen.   <<uitgesloten>>


 
2 Het nevenschikkende dan komt alleen voor in ja dan nee (= 'ja of nee') en in de versteende uitdrukking al dan niet (= 'al of niet, wel of niet'). Voorbeeld:

(5) Je moet nu eindelijk eens beslissen of je al dan niet meedoet.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina