|
|
Splitsing
|
[ 25·3·2·1·3 ]
|
|
Splitsing van een nevenschikking met noch is alleen mogelijk
als de zojuist genoemde hechte eenheid van de constructie doorbroken wordt,
met andere woorden wanneer het eerste lid een ontkenning bevat. Vergelijk
(de voorbeelden (10b) en (11b) zijn bedoeld met
dalende intonatie vóór de komma en een pauze erna):
|
(10a)
|
De vorm beviel mij niet, noch de inhoud.
|
|
(10b)
|
De vorm beviel mij, noch de inhoud.
<<uitgesloten>>
|
|
(11a)
|
Zij heeft geen geluk gekend in haar lange leven, noch
rijkdom.
|
|
(11b)
|
Zij heeft geluk gekend in haar lange leven, noch
rijkdom.
<<uitgesloten>>
|
|
(12)
|
Hij zag Brynhild niet, die de zoele zomeravonden nochtans in de
rozentuin placht door te brengen, noch Sigurd, die van het
rozen snoeien zijn hobby had gemaakt.
|
|
|
|
|