Congruentie onderwerp - persoonsvorm
 
[ 25·3·2·1·4 ]
 
Een onderwerpsnevenschikking met noch met enkelvoudige leden kan altijd met een enkelvoudige persoonsvorm verbonden worden. Als bij de overeenkomstige nevenschikking met en een meervoudige persoonsvorm verplicht of mogelijk is (zie , [2] en [3]), is een meervoudige persoonsvorm voor een nevenschikking met noch ook mogelijk. In het taalgebruik bestaat er in die gevallen een lichte voorkeur voor een enkelvoudige persoonsvorm. Vergelijk:

(14a) Er is goud en zilver gevonden.
(14b) Er is goud noch zilver gevonden.
(15a) Dit en dat moet in de auto.
(15b) Dit noch dat moet in de auto.
(16a) Het een en het ander is onjuist.
(16b) Het een noch het ander is onjuist.
(17a) De man en de vrouw waren op de hoogte.
(17b) De man noch de vrouw was/waren op de hoogte.
(18a) Rijkdom, geluk en een lang leven waren zijn deel.
(18b) Rijkdom, geluk noch een lang leven was/waren zijn deel.
(19a) Wijn uit Roemenië en wijn uit Bulgarije wordt/worden hier niet verkocht.
(19b) Wijn uit Roemenië noch wijn uit Bulgarije wordt/worden hier verkocht.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina